Quiz paragraaf 2.1

1 / 14
next
Slide 1: Slide
MaatschappijleerMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
  • Je kunt in eigen woorden uitleggen wat een rechtstaat is
  • Je kunt het verschil aangeven tussen publiek- en privaatrecht
  • Je kunt de twee kerntaken van de overheid benoemen

Slide 2 - Slide

Het privaatrecht of burgerlijk recht is gericht op de rechtsverhoudingen tussen:
A
burgers onderling.
B
overheidsinstanties onderling.
C
burgers en de overheid.
D
de grondwet en de plichten van burgers

Slide 3 - Quiz

Een jongen verkoopt zijn scooter aan een klasgenoot, maar deze weigert daarna te betalen. Dit is een zaak voor het:
A
strafrecht.
B
staatsrecht.
C
burgerlijk recht.
D
bestuursrecht.

Slide 4 - Quiz

De verhouding tussen overheid en burgers staat centraal in het:
A
staatsrecht.
B
publiekrecht.
C
ondernemingsrecht.
D
privaatrecht.

Slide 5 - Quiz

In een rechtsstaat:
A
hebben burgers rechten en plichten en de overheid niet.
B
hebben burgers en overheid allebei rechten en plichten.
C
hebben burgers rechten en de overheid plichten.
D
hebben burgers plichten en de overheid rechten.

Slide 6 - Quiz

Omdat Nederland een monarchie heeft, noemen we het een rechtsstaat.
A
klopt
B
klopt niet
C
misschien
D
zou best kunnen

Slide 7 - Quiz

De overheid kan burgers plichten opleggen. Dit gebeurt:
A
In een dictatuur
B
In een democratie
C
In een dictatuur en een democratie

Slide 8 - Quiz

Democratie
Dictatuur
Censuur
Oppositiepartijen
Verkiezingsfraude
Grondrechten

Slide 9 - Drag question

Op Prinsjesdag leest de Tweede Kamer voor wat de plannen van de regering zijn.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 10 - Quiz

SLEEPVRAAG: Welke situatie of kenmerk hoort bij een democratie, bij een dictatuur of bij allebei?
Sleep het kenmerk/situatie naar 'democratie', naar 'dictatuur' of naar 'allebei'
Democratie
Dictatuur
Allebei
1. Burgers moeten zich aan de wet houden.
2. De regering verbiedt een nieuwe politiek partij.
3. De overheid heeft het geweldsmonopolie.
4. Er wordt gefraudeerd bij de verkiezingen.
5. Op tv mag je grappen maken over het staatshoofd.
6. Ministers worden niet door het volk gekozen.
7. Rechters zijn niet onafhankelijk.
8. Er is sprake van trias politica.
9. Politici komen hun belofte niet altijd na.

Slide 11 - Drag question

Nederland
Dictatuur
Democratie
Persvrijheid
Censuur
Volk beslist

Slide 12 - Drag question

- De overheid mag als enige geweld gebruiken 
De overheid zorgt ervoor dat mensen zich aan de wet houden
Rechtshandhaving

Rechtsbescherming
Geweldsmonopolie
De overheid maakt wetten om burgers tegen de overheid te beschermen.

Slide 13 - Drag question

Opdrachten maken 2.1
2 t/m 6

Slide 14 - Slide