Vraag 1:
De coderende streng van een stuk DNA is na de startcodon:
~AAATATCGCGGGTAT~
a) geef de matrijsstreng van dit stukje DNA weer
b) geef het mRNA weer
c) geef de streng aminozuren in 3 lettersymbolen weer
d) optioneel: geef de streng aminozuren in structuurformules