1.4 Schrijven

Welkom!
Hoe was je vakantie?
Zin in de stage?
De les start en je bent stil:
timer
1:00
Naam I I
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 13 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom!
Hoe was je vakantie?
Zin in de stage?
De les start en je bent stil:
timer
1:00
Naam I I

Slide 1 - Slide

Planning
  • Uitleg stageverslag
  • Lenen boek mediatheek
  • Afronden schrijven artikel 5.4 (inleveren 10 mei = morgen)
  • Afsluiten van de les 

Slide 2 - Slide

Leerdoelen 1.4
- Ik kan een stageverslag schrijven.

- Ik kan een tekst indelen. (inleiding/kern/slot)
- Ik kan signaalwoorden op juiste wijze gebruiken.


Slide 3 - Slide

Verslag
Beschrijving van iets dat je gezien, meegemaakt, onderzocht of gelezen hebt.

Voorbeelden: stageverslag, practicum- of onderzoeksverslag, boekverslag, verslag van een sportwedstrijd

Slide 4 - Slide

Opbouw
- Zet een titel boven je stageverslag
- Inleiding, kern, slot
- Schrijf je voor- en achternaam onder het verslag
- Denk aan alinea's (witregels)

Slide 5 - Slide

Hoe schrijf je het verslag?
Inleiding
- Waar en wanneer heb je stage gelopen? Waarom heb je voor dit bedrijf gekozen? Vertel kort iets over het bedrijf.

Kern
- vijf alinea's --> elke dag is één alinea.
- beschrijf minimaal vier van de acht punten. (zie lijstje hierna)


Slide 6 - Slide

Hoe schrijf je een verslag?
Slot
- Conclusie 
Wat vond je van je stage? Waarom?
Wordt dit je toekomstige beroep? Waarom wel/niet?)

Gebruik de 5W en 1H bij het schrijven: 
wie , wat, waar, waarom, wanneer en hoe.



Slide 7 - Slide



  • Noteer de datum van de dag.
  • Welke werkzaamheden heb je gedaan?


1. Wat heb je geleerd?
2. Wat vond je leuk?
3. Wat vond je moeilijk om te doen?
4. Wat was minder leuk?



5. Welke van je persoonlijke kwaliteiten heb je gebruikt?
6. Zijn er dingen die je bekend voorkomen of op school hebt geleerd?
7. Wat is je opgevallen binnen het bedrijf?
8. Wat was er deze keer anders dan de vorige dag?

Punten per dag (4 van 8)

Slide 8 - Slide

Signaalwoorden
Gebruik aan het begin van een alinea in het middenstuk en het slot een signaalwoord om het verband aan te geven.

Middenstuk 
-->  opsomming: ook, bovendien, daarnaast
--> tijd: eerst, daarna, voordat
Slot 
 --> conclusie (dus, concluderend)

Slide 9 - Slide

Opdrachten stage
Stageverslag --> opdracht 1 uit je stageboekje
Je gebruikt het dus voor Nederlands en voor LOB

Je stageverslag upload je uiteindelijk in Qompas, maar ook in Teams net als de zakelijke brief en het artikel.

Voldoende voor overgang naar jaar 4.

Slide 10 - Slide

Mediatheek
  • minimaal 150 pagina's
  • niet verfilmd
  • minimaal niveau C of lezen voor de lijst niveau 1.
  • de gehele opdracht vind je in Magister.
  • Keuze uiterlijk 12 mei doorgeven door een berichtje te sturen in Teams. Ik geef je dan akkoord op je keuze. 
  • Lees eerst een stukje. Als je je keuze hebt doorgegeven, kun je niet meer wijzigen.
Vanaf 20 juni presentaties

Slide 11 - Slide

Werkmoment
Rond je artikel af 5.4 schrijven => Teams

of 
maak vast je inleiding voor het verslag.
Het beoordelingsmodel staat weer in Teams 1.4 schrijven.


Slide 12 - Slide

Afsluiting
  • Huiswerk: 5.4 artikel schrijven => morgen inleveren Teams.
  • Morgen in de les starten met 5.5 Woorden.

Slide 13 - Slide