- Je kunt een goed kort verslag schrijven
- Je geeft daarin antwoord op de 5w+1h-vragen
- Je schrijft chronologisch: in de juiste volgorde, door gebruik te maken van signaalwoorden, zoals eerst, daarna, vervolgens, tot slot
- Je gebruikt een goede opbouw: inleiding, middenstuk en slot
- Je kent verschillende soorten signaalwoorden en kunt deze toepassen in schrijfopdrachten