Verbanden in nevenschikking
Ik heb een fiets
en (ik heb) een scooter. => opsomming / zd
Het regent, maar ik word niet nat. =>
Ik blijf droog, want ik heb mijn regenpak aan. =>
Ik ga vandaag naar de winkel of ik ga morgen. =>
De aanbieding geldt vandaag, dus ik ga nu. =>