Les Int org 6 en 7 maart

H5: De wereld na 1945
§5.4 Internationale organisaties
1 / 38
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

H5: De wereld na 1945
§5.4 Internationale organisaties

Slide 1 - Slide

herhaling 5.3

Slide 2 - Slide

Nederland moest na de Tweede Wereldoorlog opnieuw opgebouwd worden. Waardoor lukte dit zo goed? Geef één binnenlandse oorzaak en één buitenlandse oorzaak. (2)

Slide 3 - Open question

Antwoord 
- Binnenlands: geleide loonpolitiek, 'hard werken, zuinig leven' harmoniemodel 
- Buitenlands: Marshallhulp vanuit de Verenigde Staten 

Slide 4 - Slide

Welke minister president is in de jaren '50 begonnen met de opbouw van de verzorgingsstaat?
A
Colijn
B
Drees
C
Den Uyl
D
Kuyper

Slide 5 - Quiz

Kies de juiste antwoorden.
Wat waren oorzaken van de secularisatie?

A
Veel jongeren vonden de ideeën van de kerk ouderwets
B
Er ontstonden nieuwe waarden en normen
C
Jongeren wilden dat ouderen rekening met ze hielden
D
Er kwamen vakbonden en politieke partijen voor jongeren.

Slide 6 - Quiz

Bekijk eerst de bron.

De bron past bij de jeugdcultuur, want:
A
de stropdassen van The Beatles waren een uiting van een aparte jeugdcultuur.
B
het lange haar van The Beatles was een uiting van een aparte jeugdcultuur.
C
The Beatles zetten zich af tegen het gezag door de agenten de rug toe te keren.
D
Geen van de genoemde antwoorden is juist.

Slide 7 - Quiz

Waarom kwamen in de jaren '60 gastarbeiders uit Marokko en Turkije naar Nederland?
A
Ze werden gevraagd vanwege tekort aan arbeiders.
B
Ze vluchtten voor het regime daar.
C
Omdat die landen toen onafhankelijk werden
D
Gastarbeiders kwamen niet uit Marokko en Turkije.

Slide 8 - Quiz


Welk begrip hoort bij de uitspraak in de bron?
A
feminisme
B
liberalisme
C
populisme
D
socialisme

Slide 9 - Quiz


Welke Nederlandse politieke leider wordt vaak een populist genoemd?
A
A. Jacobs
B
H. Colijn
C
P. Fortuyn
D
W. Drees

Slide 10 - Quiz

Leerdoelen 5.4
  1. Hoe kwam er meer wereldwijde samenwerking?
  2. Welke organisaties vallen onder de VN?
  3. Om welke redenen gingen Europese landen samenwerken en welke gevolgen had dit?

Slide 11 - Slide

5.4 Internationale organisaties

A. Wereldwijde samenwerking

Slide 12 - Slide

Welke internationale organisaties van landen die samenwerken ken je?

Slide 13 - Mind map

Verenigde Naties (VN)
  • Bijna alle landen ter wereld zijn lid van de Verenigde Naties (VN). Belangrijkste doel: oorlog voorkomen.
  • Opvolger Volkenbond
  • Bedacht door Roosevelt (president VS
    1933 tot 1945)

Slide 14 - Slide

VN
  1. Ieder land kan lid worden
  2. Ondertekening verklaring van rechten van de mens (zelfbeschikkingsrecht - gelijke rechten man/vrouw)
  3. Elk land heeft één stem  en is dus in principe gelijk
  4. Momenteel zijn 193 landen lid
  5. VN lidstaten beloven om in vrede te leven en samen te werken als ergens een oorlog/conflict ontstaat 

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Oorlogstribunalen




  • Het Internationaal Gerechtshof kan oorlogsmisdadigers bestraffen
  • Deze is gevestigd in Den Haag
  • In Nederland is het gerechtshof heel bekend vanwege het Joegoslaviëtribunaal waarin misdadigers van Srebrenica werden bestraft
Met verbijstering heeft de wereld woensdag kunnen toezien hoe de oorlogsmisdadiger Slobodan Praljak in de rechtszaal van het Joegaslaviëtribunaal na het horen van zijn veroordeling tot twintig jaar celstraf gif innam. De 72-jarige Bosnische Kroaat stierf kort daarna in een Haags ziekenhuis.

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Link

Blauwhelmen

  • Bewaken van de vrede en veiligheid in de wereld


  • Meevechten om twee vijanden uit elkaar te houden of om de veiligheid te handhaven

Slide 19 - Slide

5.4 Internationale organisaties

B: VN- organisaties

Slide 20 - Slide

Algemene vergadering
Veiligheidsraad
VN gevestigd in New York. Hier komen regeringsleiders en presidenten jaarlijks spreken. Belangrijkste 2 organisaties:

Slide 21 - Slide

Algemene Vergadering
  1. Alle lidstaten komen elk jaar bijeen
  2. Stemmen over besluiten en ondernemen actie


  • Bijvoorbeeld:
    - Universele Verklaring rechten van de Mens (1948) 
    - Oprichting UNICEF

Slide 22 - Slide

Veiligheidsraad
Raad van 15 landen die toezien op de vrede en veiligheid in de wereld

Vijf permanente leden:
VS, Frankrijk, Engeland, Rusland, China.
Hebben het vetorecht: het recht om ‘nee’ te zeggen, waardoor een besluit niet aangenomen wordt.

Er zijn tien niet permanente leden (wisselen elke twee jaar) 

Slide 23 - Slide

De Veiligheidsraad kan.... 
  • Acties van landen veroordelen
  • Strafmaatregelen opleggen
  • VN leger (de Blauwhelmen) sturen: vechten, strijdende partijen scheiden, toezien op orde en veiligheid.

Slide 24 - Slide

Hoofd VN
Secretaris-generaal

Hij kan conflicten aankaarten of advies geven aan Veiligheidsraad. 
(António Guterres 
Secretaris-generaal van de Verenigde Naties)

Slide 25 - Slide

Korea Oorlog 1950 - 1953
Communistisch Noord-Korea viel kapitalistisch Zuid-Korea aan
--> Besluit: VN militairen sturen naar Zuid-Korea
-->SU afwezig: kon geen veto uitspreken

Slide 26 - Slide

Vietnamoorlog
Communistisch Noord-Vietnam in oorlog met kapitalistisch Zuid-Vietnam
--> VS gaf veto tegen het veroordelen van de Amerikaanse inval in Vietnam
--> VN kon niks

Slide 27 - Slide

VEEL KRITIEK OP VN
BEKIJK VOLGENDE SPOTPRENT EN LEG UIT WAT JE ZIET

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Wat is de kritiek op de VN van de vorige spotprent?

Slide 30 - Open question

   5.4 Internationale organisaties




      C: Europese samenwerking 

Slide 31 - Slide

NA WO2
  • Europa in puin, hulp van Amerika > Marshallhulp

  • Voorwaarde: Europese samenwerking zodat oorlogen worden voorkomen

Slide 32 - Slide

1951: Europese Gemeenschap voor kolen en staal. (EGKS)
  • Nederland, België, Luxemburg, Italië, Frankrijk, West-Duitsland (BRD).
  • Kolen- en staalbedrijven werkten samen, onmisbaar voor wederopbouw.
  • Toezicht op levering ervan, zo kun je niet stiekem een leger opbouwen.

Slide 33 - Slide

1957: Europese Economische Gemeenschap (EEG)

  • Economische samenwerking tussen deze zes landen. 
  • EEG-landen konden voortaan zonder belemmeringen handelen met elkaar.

Slide 34 - Slide

1967: Europese gemeenschap (EG)
samenvoeging van de EGKS en de EEG

  • Samenwerking op allerlei gebieden zoals economie, landbouw, industrie, kernenergie.
  • Steeds meer landen sloten aan.

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Video

Slide 37 - Slide

In de bron is een mening te herkennen over de uitbreiding van de EU.
Welke mening over deze ontwikkeling is te herkennen in de prent?
A
De uitbreiding is goed voor de EU, want de lidstaten laten andere landen toe die kunnen bijdragen aan de EU.
B
De uitbreiding is goed voor de EU, want er zijn veel rijke landen lid geworden
C
De uitbreiding is niet goed voor de EU, want de lidstaten verzetten zich tegen de komst van nieuwe landen.
D
De uitbreiding is niet goed voor de EU, want er willen te veel landen lid worden van de EU.

Slide 38 - Quiz