Fijn dat je er bent. Typ in de chat "aanwezig" om te laten weten dat je er bent. Meld je alvast aan bij LessonUp met de code linksonder in beeld.
1 / 22
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2
This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Welkom!
Fijn dat je er bent. Typ in de chat "aanwezig" om te laten weten dat je er bent. Meld je alvast aan bij LessonUp met de code linksonder in beeld.
Slide 1 - Slide
Wat gaan we doen vandaag?
Terugblik
Huiswerk nakijken
Uitleg
Samen oefenen
Zelfstandig werken
Slide 2 - Slide
Bijvoeglijke bepaling
Slide 3 - Mind map
'Hij | gaf | een korte en duidelijke uitleg.' Wat is in deze zin de bijvoeglijke bepaling?
Slide 4 - Open question
'De lange, mooie jongen | kwam | niet.' Wat is de bijvoeglijke bepaling in deze zin?
A
lange
B
mooie
C
jongen
D
niet
Slide 5 - Quiz
'De nieuwe speler| is |in onze wijk| komen wonen.' Hoeveel bijvoeglijke bepalingen zitten er in deze zin?
A
0
B
1
C
2
D
3
Slide 6 - Quiz
De bijvoeglijke bepaling
Een bijvoeglijke bepaling zegt iets over een zelfstandig naamwoord. Een bijvoeglijke bepaling vind je door te vragen welk/wat voor + het zelfstandige naamwoord?
Slide 7 - Slide
Huiswerk nakijken
Opdracht 1 en opdracht 3, vraag 1 (pagina 89)
Slide 8 - Slide
Lesdoel
Aan het einde van deze les kan je ondergeschikte bijwoordelijke bepalingen herkennen en benoemen.
Slide 9 - Slide
De ondergeschikte bijwoordelijke bepaling
De bijwoordelijke bepaling als zindeelstuk (=ondergeschikte bijwoordelijke bepaling) zegt iets van een ander woord dan een zelfstandig naamwoord.
Slide 10 - Slide
Voorbeeld
Ik vond het boek erg spannend.
erg = bijwoordelijke bepaling bij spannend (geen zelfstandig naamwoord)
Slide 11 - Slide
Voorbeeld 2
In een bijvoeglijke bepaling kan een bijwoordelijke bepaling staan.
Ik vond dat een erg vervelende opmerking.
erg vervelende = bijvoeglijke bepaling bij opmerking
erg = bijwoordelijke bepaling bij vervelende
Slide 12 - Slide
Samen oefenen!
We maken samen opdracht 2 op pagina 89.
Slide 13 - Slide
Wat is de obwb bij 'stromende'?
Slide 14 - Open question
Wat is de obwb bij 'behoedzaam'?
Slide 15 - Open question
Hoeveel bijvoeglijke bepalingen zie je in zin 1?
A
0
B
1
C
2
D
3
Slide 16 - Quiz
Wat is de obwb in zin 2?
A
heel
B
hoge
C
positie
D
heel hoge
Slide 17 - Quiz
Slide 18 - Slide
Zelfstandig werken
Maak opdracht 3, vraag 2 en maak opdracht 4.
Slide 19 - Slide
Ik snap nu wat de ondergeschikte bijwoordelijke bepaling is.