W3: Grammatik

• Duits
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Guten Morgen!

.

1. Grammatik: het bezittelijk voornaamwoord

2. Üben mit Grammatik

(3. Blooket)

Heute

Het bezittelijk voornaamwoord

Wat is eigenlijk een bezittelijk voornaamwoord?

Kun je een Nederlands voorbeeld noemen?

Het bezittelijk voornaamwoord

Het bezittelijk voornaamwoord geeft, zoals de naam al zegt, een bezit van iemand aan.

Nederlandse persoonlijke voornaamwoorden

Ik auto

Nederlandse bezittelijke voornaamwoorden

Mijn auto

ik 

jij

hij

zij

het

wij

jullie

zij

u

mijn

jouw

zijn

haar

ons/onze

jullie

hun

uw

+ auto

Nederlandse bezittelijke voornaamwoorden

Duitse bezittelijke voornaamwoorden

mijn

jouw

zijn

haar

ons/onze

jullie

hun

uw

mein-

dein-

sein-

ihr-

unser-

euer/eur-

ihr-

Ihr-

Was kennen wir schon?

Mannelijk: der / ein

vrouwelijk: die / eine

onzijdig: das / ein

meervoud: die / (k)eine

Vrouwen willen altijd meer!

mannelijk/

onzijdig

mein

dein

sein

ihr

       Hund/Auto

unser

euer

ihr

Ihr

vrouwelijk/

meervoud

meine

deine

seine

ihre

    Brille/Kinder

unsere

eure

ihre

Ihre

• Je kunt het bezittelijk voornaamwoord gebruiken

Macht jetzt:

Aufgabe 17 bis zum 21

Seite 44-46

Lernen:

AB S. 62 D-N: t/m thuis (zu Hause)

Grammatik: rijtje bezittelijke voornaamwoorden