WH vragen en present continuous

WH vragen en present continuous
1 / 10
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 10 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

WH vragen en present continuous

Slide 1 - Slide

doelen
  • Aan het einde van de les kunnen jullie de present continuous toepassen in een opdracht. 
  • Aan het einde van de les hebben jullie kennis gemaakt met de WH vragen. 
  • Aan het einde van de les kunnen jullie de WH vragen toepassen in een opdracht. 

Slide 2 - Slide

What are we going to do?
  • present continuous herhaling
  • WH vragen (komt op de toets)
  • werkblad (wh vragen + present continuous)
  • woord spel

Slide 3 - Slide

present continuous
Wanneer gebruik je de present continuous?
  • Als iets nu of op dit moment bezig is. 

Hoe maak je the present continuous
  •  Een vorm van to be (am/are/is) + werkwoord + -ing
Bijvoorbeeld:
I am watching tv right now. 
Mum is watching tv again. 
we are watching tv at the moment. 

Hoe maak je een vraagzin met Present continuous?
  • am/are/is + onderwerp + werkwoord + ing
Er kunnen signaalwoorden in de zin staan zoals, at the moment, right now, currently. 

I am
he is
she is
it is
you are
we are
they are

Slide 4 - Slide

Practise
  1. I _____ (study) English right now.
  2. She ____(read) a book in the park. 
  3. They ____(play) soccer in the yard. 
  4. He ____ (cook) dinner for his family. 
  5. We ____ (watch) a movie together. 
timer
3:00

Slide 5 - Slide

answers
  1. am studying
  2. is reading
  3. are playing
  4. is cooking
  5. are watching

Slide 6 - Slide

WH vragen
  • In het Nederlands zijn dit vragende voornaamwoorden (wat, wanneer, waar, hoe etc)

  • Deze zijn er ook in het engels: what, where, when, who, which, why & how. 

Slide 7 - Slide

WH vragen
What are you doing this weekend?
Wat ga je dit weekend doen?
where do you live?
Waar woon je?
when is your birthday?
Wanneer ben je jarig?
why do you enjoy reading?
Waarom vind je lezen leuk?
who is your favourite actor?
Wie is je favoriete acteur?
which colour do you like?
Welke kleur vind je mooi?
How do you say "hello" in Dutch?
Hoe zeg je "hello" in het Nederlands?

Slide 8 - Slide

Practise
  • Schrijf 3 zinnen op met een van de WH vragen. 
Doe dit in het Engels en gebruik niet twee keer hetzelfde woord. 
timer
3:00

Slide 9 - Slide

Werkblad
  • Oefen de WH vragen en present continuous op het werkblad. 
  • 5 minuten in stilte!
timer
5:00

Slide 10 - Slide