H1 P3 Eypte en de Nijl

Egypte en de Nijl
1 / 16
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 1

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Egypte en de Nijl

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Wat betekend het begrip oorzaak?

Slide 3 - Open question

Wat betekend het begrip gevolg?

Slide 4 - Open question

Oorzaak
Gevolg
Warmer Klimaat
Ontstaan van dorpen
De bevolking groeide sneller
Verspreiding van ziektes
Meer kennis over de natuur

Slide 5 - Drag question

Waarom verspreidde ziektes zich zo snel bij de eerste boeren?

Slide 6 - Open question

Egypte geschenk van de Nijl
.

Slide 7 - Slide

Irrigatielandbouw
Elk jaar overstroomd de Nijl

Vruchtbare slib komt met de overstroming mee.

Na deze overstroming en met gebruik van de vruchtbare slib verbouwen de Egyptenaren hun gewassen.

Slide 8 - Slide

Waarom is de nijl zo belangrijk voor Egypte?

Slide 9 - Open question

Probeer zo volledig mogelijk het irrigatiesysteem uit te leggen.

Slide 10 - Open question

Slide 11 - Slide

gevolgen van het irrigatiesysteem
  1. door een overschot aan eten hoeft niet iedereen meer boer te zijn en ontstaan er nieuwe beroepen --> nijverheid
  2. Er ontstaat handel.
  3. Dorpen groeien uit tot steden.
  4. Er ontstaat een bestuur waarin ambtenaren de farao helpen. 
  5. Er komt een schrift --> hiërogliefenschrift
  6. er komt een heerser die de baas is over meerdere steden en dorpen er ontstaan dus staten/ landen. 

Slide 12 - Slide

Nijverheid
door de overschotten van voedsel konden meer mensen op een plek wonen en ontstaan steden en later zelfs staten

hier werken veel mensen als bijvoorbeeld timmerman, steenhouwer of goudsmid.
 
in deze steden ontstaat er Nijverheid: een beroep waarbij je van een grondstof een product maakt

Slide 13 - Slide

Noem twee gevolgen van de irrigatielandbouw.

Slide 14 - Open question

Noem een beroep waarbij je van een grondstof een product maakt.

Slide 15 - Mind map

opdracht
  1. lees zelfstandig de tekst op bladzijde 34 of 36 door.
  2. bedenk een toets vraag voor je buurman/vrouw
  3. schrijf deze vraag in hiërogliefenschrift met behulp van het hiërogliefen alfabet. 
  4. ruil de vragen en geef antwoord op de vraag in hiërogliefenschrift. 
  5. ruil terug en controleer of je buurman/vrouw de vraag goed heeft beantwoord.

Slide 16 - Slide