This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Lessenserie betoog
H4
Slide 1 - Slide
Einddoel: aan het eind van p2...
weet ik hoe ik een goed betoog in de toetsweek schrijf
heb ik geoefend met formuleren van argumenten bij een standpunt
weet ik hoe ik van een argument tot een goede alinea maak
heb ik geoefend met een goede inleiding en correct slot
kan ik een overtuigend artikel van 500-600 wrd. schrijven
weet ik hoe ik bronnen op een goede manier gebruik.
Slide 2 - Slide
Lesdoel:
- Na deze les weet ik hoe ik sterke argumenten kan formuleren
- en hoe de opbouw van een betoog er uitziet
Succescriteria: - ik kan de argumenten, tegenargumenten en weerleggingen in een betoog vinden
- ik weet hoe een sterk argument is geformuleerd
Slide 3 - Slide
Een betoog heeft als tekstdoel:
A
Informeren
B
Amuseren
C
Overtuigen
D
Activeren
Slide 4 - Quiz
Wat doet een schrijver als hij als tekstdoel OVERTUIGEN heeft?
A
Hij legt uit en geeft vooral feiten
B
Hij wil dat je zijn mening overneemt.
C
Hij probeert je te overtuigen iets te gaan doen.
D
Hij schrijft een tekst die je voor de gezelligheid kunt lezen.
Slide 5 - Quiz
Kenmerken betoog:
Tekstdoel= overtuigen.
Schrijver geeft in de tekst zijn mening.
Artikel over een standpunt / hoofdvraag (inleiding).
Schrijver onderbouwt zijn mening met argumenten (de kern)
Slide 6 - Slide
Argumenten sterk maken (AUB)
A= Argument: geef je argument in een zin (kernzin
U= Uitleg: geef uitleg waarom dit goed of slecht is
B= Bijvoorbeeld: geef een situatie om het te verduidelijken
NB: voor je argumenten ga je bronnenonderzoek doen: artikelen lezen om te kijken of deze je kunnen helpen.
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Video
02:25
Goede uitleg bij je argument
Beantwoord hiervoor 2 vragen
Slide 9 - Slide
02:43
Vraag 1
Leg uit wat er zo goed is aan je argument
Show, don't tell = leg het uit zonder dit te benoemen.
Dus niet: dit argument is goed omdat ...
Maar bijvoorbeeld: op die manier kunnen ...
Slide 10 - Slide
02:57
Uitleg - vraag 2
Leg uit waarom dat wat je bij vraag 1 hebt gezegd goed is. Onderbouw dus je uitleg.
Bijvoorbeeld: "Dit is goed omdat ..."
Slide 11 - Slide
Standpunt
Er moet een landelijk vuurwerkverbod komen
Slide 12 - Slide
Het was gisteravond nog op het Jeugdjournaal: steeds meer kinderen zijn te dik en dat is een groot probleem.
Scholen zouden moeten stoppen met het verkopen van snacks. Snacks zijn heel ongezond, want je wordt er dik van. Daarnaast kosten snacks geld. Dat geld kan beter voor iets anders gebruikt worden.
Kortom, snacks verkopen op school zou verboden moeten worden. Het is ongezond en het kost geld.
Standpunt
A
Argument
B
Subargument
C
Conclusie
D
Standpunt,argument, conclusie
Slide 13 - Slide
Ga naar de studiewijzer - week 5
Vul met behulp van het voorbereidingsformulier je inleidingsfuncties en argumenten in de kern plus slotfuncties in.
Werk daarna je argumenten uit met AUB.
Volgende week vrijdag deadline oefenbetoog (d-toets)
Ik kijk deze na
Begin maart weet je of je op niveau zit voor de toets