This lesson contains 18 slides, with interactive quiz, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Les 2. Basisstof 3. Argumenten voor evolutie
Huiswerk nakijken
Basisstof 3
Huiswerk
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Video
Fossielen
Fossielen zijn versteende overblijfselen van organismen, of afdrukken van organismen in gesteenten.
Ontstaan wanneer resten van organismen snel worden bedekt door sedimenten (zand- en kleideeltjes). Bacteriën en schimmels krijgen dan geen kans om de resten helemaal af te breken. De sedimenten kunnen dan ook gaan verstenen.
Slide 12 - Slide
Fossielen
Fossielen zijn versteende overblijfselen
van organismen of afdrukken van organismen in gesteente.
Door de fossielen die gevonden zijn, blijkt dat in miljoenen
jaren (evolutie) soorten zijn ontstaan, veranderd en/of verdwenen zijn.
De fossielen zijn een argument voor de evolutietheorie,
ze laten zien dat de evolutietheorie waar kan zijn.
Levende fossiel
'Levende fossielen' zijn dieren die al heel vroeger leefden en nu nog steeds (Bijv. de Naulitus, een zeedier).
Slide 13 - Slide
Bij verschillende soorten die in hetzelfde milieu leven, kunnen organen met dezelfde functie ontstaan. Sommige aanpassingen zijn zo belangrijk om te overleven, dat ze meerdere malen in de evolutie zijn ontstaan.
Slide 14 - Slide
Rudimentaire organen
Resten van een orgaan waar de voorouder van het dier veel aan had. Het huidige dier heeft er niets aan. Het orgaan wordt steeds kleiner om uiteindelijk te verdwijnen (heilig been, blinde darm).
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
Wat zijn rudimentaire organen
A
Organen die dezelfde bouw hebben maar een andere functie
B
Organen die dezelfde functie hebben, maar apart van elkaar zijn ontstaan
C
Organen die dezelfde functie hebben, maar niet dezelfde bouw
D
Organen die we door aanpassingen aan het milieu niet meer nodig hebben