plfv1 wo geschiedenis

Hoe bereid je je voor? 
plfv1 wo digitale kennistoets geschiedenis


1 / 19
next
Slide 1: Slide
§HBOStudiejaar 1

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Hoe bereid je je voor? 
plfv1 wo digitale kennistoets geschiedenis


Slide 1 - Slide

This item has no instructions

welke tien tijdvakken
ken jij?

Slide 2 - Mind map

This item has no instructions

Nederlands perspectief tot -50 v. Chr.

Slide 3 - Slide

Deze indeling is gemaakt in 1999
-  makkelijker onthouden: informatie in verschillende, duidelijke delen
- kracht van herhaling:  basisschool + eerste twee jaar van het VO + examen VO

Bespreek grens tussen eerste twee tijdvakken: 
-3000 Europees perspectief 
-50 Ned. perspectief
De toets
Door middel van de toets toon je aan dat je voldoende kennis hebt over:
 
- de periodisering in de vorm van de tien tijdvakken;
- de kenmerkende aspecten van de tien tijdvakken;
- de vijftig vensters van de Canon van Nederland;
- staatsinrichting van Nederland en Europa. 

Ook ben je in staat verbanden te leggen tussen tijdvakken, tijdvaknamen, kenmerkende aspecten en canonvensters (historisch redeneren)


 
De toets wordt digitaal afgenomen en bestaat uit gesloten, halfopen en open vragen. De cesuur staat op 65%. Je mag geen kladpapier gebruiken.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

2. Bekijk het pictogram van het tijdvak.

De witte tekening stelt een ...
A
voorraadpot voor en hoort bij de eerste boeren
B
kookketel voor en hoort bij de jagers-verzamelaars
C
voorraadpot voor en hoort bij de jagers-verzamelaars
D
kookketel voor en hoort bij de eerste boeren

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Zelfstudie
Er vinden voor deze leeruitkomst geen (online) bijeenkomsten plaats. Je maakt je de stof door zelfstudie eigen. Je kan het leerpad gebruiken ter ondersteuning op het boek ‘Basiskennis Geschiedenis’ en de website canonvannederland.nl waarop de toetsinhoud is gebaseerd.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions


6. Bij welke begrip uit de tijdvaknaam hoort deze afbeelding?
A
Grieken
B
Romeinen

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Literatuur
Voor dit vak wordt het boek 'Geschiedenis en samenleving' van Cees van der Kooij & Marjan de Groot-Reuvekamp aangeraden (kennis en didactiek) of het boek 'Basiskennis Geschiedenis' van Hans Keissen (kennis). Voor de canonvensters is de website canonvannederland.nl  een geschikte bron.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

digitale leerpad
Een inkijkje op het digitale leerpad 

Slide 9 - Slide

This item has no instructions


11. Welke kenmerkend aspect (1x) hoort NIET bij de tijd van monniken en ridders? Sleep deze naar het rode vlak.
NIET
I - Het ontstaan en de verspreiding van de islam.
Ii - De vrijwel volledige vervanging in West-Europa van de agrarisch-urbane cultuur door een zelfvoorzienende agrarische cultuur, georganiseerd via hofstelsel en horigheid.
III - De opkomst van handel en ambacht die de basis legde voor het herleven van een agrarisch-urbane samenleving.
IV -Het ontstaan van feodale verhoudingen in het bestuur.
V - De verspreiding van het christendom in heel Europa.

Slide 10 - Drag question

This item has no instructions

Leerwijzer (zie digitale leerpad)
1. Start altijd met de tien tijdvakken: volgorde, jaartallen, zorg dat je kunt uitleggen voor welke ontwikkelingen de beide begrippen uit de tijdvaknaam staan.
2. Koppel kenmerkende aspecten aan de juiste tijdvakken; zet verschillende kenmerken in de juiste chronologische volgorde; koppel de aspecten aan het juiste begrip van de tijdvaknaam
3. Canonvensters: chronologische volgorde; koppelen aan juiste tijdvak; uitleggen waarom in dit tijdvak. 

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

12. Welke canonvensters (6x) horen bij dit tijdvak? Sleep deze naar het tijdvakicoon.
De Beemster
Hugo de Groot
Willem van Oranje
De Statenbijbel
Rembrandt
De patriotten
Spinoza
Slavernij

Slide 12 - Drag question

This item has no instructions

Voorbeeldvraag

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Voorbeeldvraag 

Rembrandt hoort thuis in het tijdvak Regenten en Vorsten. Leg uit waarom Rembrandt in dit tijdvak hoort. Gebruik in je antwoord de twee begrippen uit de tijdvaknaam (leg het verband tussen deze begrippen en Rembrandt).
Antwoord:
Rembrandt hoort thuis in het tijdvak Regenten en Vorsten, 1600-1700. Deze eeuw, ook wel de Gouden Eeuw genoemd was voor met name Holland een periode van grote welvaart. De economie kwam in deze tijd tot grote bloei onder andere door de handel. Daardoor maakten ook de schilderkunst, architectuur wetenschap belangrijke ontwikkelingen door. Het meeste geld werd verdiend door kooplieden, die soms ook regent waren en zij lieten prachtige herenhuizen bouwen. Deze koopmans- en regentenhuizen moesten natuurlijk ook ingericht worden, met bv. wand- en plafondschilderingen. Er was in deze tijd dus volop werk voor schilders met talent, zoals Rembrandt. De landen om ons heen werden niet bestuurd door regenten, maar door vorsten. Ook deze vorsten leefden in weelde en gaven opdrachten aan schilders zoals Rembrandt.




Slide 14 - Slide

This item has no instructions

8. Welk historisch persoon hoort bij welke beschrijving?
Betekenis
Begrip
Koning die opdracht gaf de grondwet te herzien
Uitvinder, verbeterde de stoommachine
Schuilnaam voor de schrijver van 'Max Havelaar'
Filosoof van het socialisme en de klassenstrijd
Politicus en dominee, grondlegger van de Verzuiling
Liberale minister die de Kinderwet ontwierp.
Kuyper
James Watt
Karl Marx
Multatuli
Willem II
Van Houten

Slide 15 - Drag question

This item has no instructions

Tips
1. Begin op tijd.
2. Gebruik de leerwijzer.
3. Verlies je niet in details.
4. Leer spelenderwijs: maak zelf een tijdbalk, kaartjes met kenmerkende aspecten, tijdvaknamen en canonvensters.
5.Maak de oefentoetsen op het leerpad.
6. Lees ook de artikelen op het digitale leerpad.  
7.  Vergeet staatsinrichting niet!

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

7. Plaats de ontwikke-
lingen in de juiste
chronologische volgorde.

Begin bij wat eerst gebeurde.



1- Val van Berlijnse Muur
2- Uiteenvallen van de Sovjet-Unie in 15 landen
3- Geallieerden verdelen Duitsland en Berlijn in vier bezettingszones
5-Bouw van Berlijnse Muur
6- Westelijke geallieerden voegen hun zones samen tot West-Duitsland (BRD)
A
6, 3, 1, 5, 2
B
3, 6, 5, 1, 2
C
3, 6, 5, 2, 1
D
5, 6, 3, 2, 1

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Vragen?

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Slide 19 - Slide

This item has no instructions