les 10 week 44

Du hast 2 Minuten für:


Je hebt 2 min om: 
  • mobiel in de wandtas
  • oortjes uit
  • je zit op je vaste plek
timer
2:00
Voordat de docent begint met de les heb je op tafel
  • werkboek + schrift + planagenda + etui
1 / 13
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

This lesson contains 13 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Du hast 2 Minuten für:


Je hebt 2 min om: 
  • mobiel in de wandtas
  • oortjes uit
  • je zit op je vaste plek
timer
2:00
Voordat de docent begint met de les heb je op tafel
  • werkboek + schrift + planagenda + etui

Slide 1 - Slide

Welke persoonlijke voornaamwoorden ken je?

Slide 2 - Mind map

Wie is aanwezig?
Heb jij je werkboek en je schrift bij? Geef het aan als je ze niet op orde hebt!

Slide 3 - Slide

Wat gaan we vandaag doen?
- Planagenda
- Grammatik Haben en Sein
- klassikaal oefenen
- huiswerk maken in de les

Slide 4 - Slide

Planagenda 1B:
huiswerk Duits: 11 november 2024

maken: blz. 35 opdr. 1 / 2 / 3 / 4 




timer
3:00

Slide 5 - Slide

Grammatica
de werkwoorden haben  & sein  vervoegen 

de werkwoorden haben (hebben)  en sein (zijn) 
enkelvoud


haben
sein
ik
ich 
habe
bin
jij
du
hast
bist
hij
er
hat
ist
zij
sie
hat
ist
het
es
hat
ist
timer
3:00

Slide 6 - Slide

1. Ik heb een broer. ---> Ich _____________ einen Bruder.

2. Jij bent aardig. ---> Du ___________ freundlich.

3. Hij heeft een zus. ---> Er ___________ eine Schwester.

4. Zij is heel klein. ---> Sie __________ sehr klein.

5. Het is koud. ---> Es ______________ koud. 

Slide 7 - Slide

zelfstandig en stil werken:
maken: blz. 33 opdr. 10 en 11
timer
15:00
Klaar?: zie huiswerk in je planagenda

(maken: blz. 35 opdr. 1 / 2 / 3 / 4 )

Slide 8 - Slide

Planagenda:

PW H1 datum: 18 november
zie magister





timer
3:00

Slide 9 - Slide

PW leren:
  • Blz. 49/50/51 alle woorden en zinnen                                 (Redemittel blz. 51 --> hoef je NIET te leren!)
  • persoonlijk voornaamwoord enkelvoud
  • het werkwoord vervoegen (wohnen + heißen)
  • haben en sein

Slide 10 - Slide

in stilte woordjes en zinnen leren


blz. 49 + 50 (woordjes + Redemittel boven)
blz. 51 (woordjes NL-D en Redemittel)
timer
10:00

Slide 11 - Slide

Tschüss

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide