In het woordenboek staan betekenissen van woorden. Welke informatie staat er nog meer achter het woord?
Noem twee dingen.
Slide 20 - Open question
Maken
Open Magister --> leermiddelen --> NE OpNiveau bk1 --> Hoofdstuk 3 --> woordenschat en maak:
Woordenboek opdr. 2 a t/m c;
Woordraadstrategieën opdr. 1a t/m 2c
Hoe? Je maakt dit alleen of in stil overleg met je buur.
Resultaat: je kent de betekenis van verschillende schooltaal- en instructiewoorden, je weet hoe alfabetische volgorde in het woordenboek werkt en je kan woordraadstrategieën toepassen.
Slide 21 - Slide
Kijk jij wel eens naar het nieuws?
A
ja
B
nee
Slide 22 - Quiz
We kijken een ochtendjournaal van het Jeugdjournaal. Welk onderwerp vond je het meest interessant?
Slide 23 - Open question
We kijken een ochtendjournaal van het Jeugdjournaal. Welk onderwerp vond is volgens jou het belangrijkst?