This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
H 4.3 Begrijpen
Slide 1 - Slide
leerdoel
Ik kan rekenen met km/h en m/s
Slide 2 - Slide
wat is snelheid?
snelheid =
de afstand die je in een bepaalde tijd aflegt
Slide 3 - Slide
leeractiviteiten
uitleg van snelheid
gezamenlijk LessonUp opdrachten
maken opdrachten
evaluatie
Slide 4 - Slide
wat is de eenheid van afstand?
kilometer
of meter
of ............
Slide 5 - Slide
wat is de eenheid van tijd?
uur
minuten
seconden
Slide 6 - Slide
eenheid van snelheid?
snelheid kan je uitdrukken in
kilometer per uur (km/h)
meter per seconden (m/s)
Slide 7 - Slide
in het dagelijks leven gebruiken we km/h
voorbeeld: je rijd 20 kilometer en doet er 1 uur over =
20 km/h
in de natuurkunde gebruiken we m/s
voorbeeld: je rijd 3 meter en doet daar 1 seconde over =
3 m/s
Slide 8 - Slide
symbolen voor
snelheid en afstand
symbool voor snelheid = v (velocitas)
symbool voor afstand = s (spatio)
symbool voor tijd = t
formule is
v=ts
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
rekenen
Auto rijdt met constante snelheid. hij legt 480 km af in 4 uur.
wat is de snelheid in km/h?
v = 480 : 4 = 120 km/h
v=ts
v=4480
Slide 11 - Slide
rekenen
Jan fietst 17 km/h. welke afstand kan hij afleggen in 3 uur?
17 = s : 3
= 17 x 3 = 51 km
v=ts
Slide 12 - Slide
rekenen
Sam rijdt 17 km/h. hoelang doet hij er over om 68 km af te leggen?
17 = 68 : t
= 68 : 17 = 4 uur
v=ts
Slide 13 - Slide
je rijd 30 kilometer in een half uur je snelheid is
A
30 km/h
B
30 m/s
C
60 km/h
D
60 m/s
Slide 14 - Quiz
je rijd 140 km in 80 minuten wat is de gemiddelde snelheid?
A
120 km/h
B
140 km/h
C
105 km/h
D
100 km/h
Slide 15 - Quiz
piet rent 100 meter in 15 seconde klaas rent 200 meter in 32 seconde wie is het snelst?
A
piet
B
klaas
Slide 16 - Quiz
als de snelheid groter is kan je .............. afstand afleggen
A
meer
B
minder
Slide 17 - Quiz
vul de ontbrekende getallen in!
Slide 18 - Slide
opdracht
Wat: lees blz 154 en maak opgave 48 t/m 56
Hoe: zelfstandig en fluisterend
Hulp: boek, medeleerling en docent
Klaar: zoek een filmpje van een voetballer die een bal trapt. schat de afstand in en bepaal de tijd, zodat je de snelheid kan uitrekenen. Laat dit zien aan de docent.