Een voltooid deelwoord begint vaak met be-, ge-, ver- of ont-.
Een voltooid deelwoord eindigt op: -EN , -D of -T.
-> bijv. gezommen / gekrabd / gefietst
Als je niet weet of het voltooid deelwoord op een t of een d eindigt dan kun je het langer maken (in de verleden tijd). Verlengproef!
Dus: gerend want: rende.