This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Pak je leesboek en ga lekker lezen!
timer
15:00
Slide 1 - Slide
Deze les
Grammatica H2: Samentrekking
Aan het eind van de les:
weet je wat een samentrekking is;
kun je verschillende soorten samentrekkingen herkennen en gebruiken.
Slide 2 - Slide
Huiswerk H3
Maandag 13 november:
Grammatica samentrekking hf. 2: opdr. 1, 2, 4, 9 en 10 - online maken
Slide 3 - Slide
Samentrekking
Samentrekking: een woorddeel, woord of een zinsdeel wordt weggelaten, omdat het ook elders in de zin voorkomt. Door (een deel van) het woord of zinsdelen weg te laten, kun je korter formuleren.
Slide 4 - Slide
Samentrekking
voorwaartse samentrekking: het gemeenschappelijke woord blijft in het eerste deel van de samentrekking staan (een antieke lamp en een moderne)
achterwaartse samentrekking: het gemeenschappelijke woord wordt genoemd in het laatste deel van de samentrekking en daarvoor weggelaten (binnen- en buitenland)
Slide 5 - Slide
een goedkope armband en een dure
A
voorwaartse
B
achterwaartse
Slide 6 - Quiz
in voor- en tegenspoed
A
voorwaartse
B
achterwaartse
Slide 7 - Quiz
kleine en grote landen
A
voorwaartse
B
achterwaartse
Slide 8 - Quiz
feestmutsen en -neuzen
A
voorwaartse
B
achterwaartse
Slide 9 - Quiz
Samentrekking
Samentrekkingen komen voor op drie niveaus:
woordniveau: zon- en feestdagen (streepje)
er is een deel van een woord weggelaten
woordgroepsniveau: dure auto's en huizen (geen streepje)
er is een woord uit een woordgroep weggelaten
zinsniveau: Iris volleybalt op zaterdag Peter op zondag.
er is een zinsdeel weggelaten
Slide 10 - Slide
keukenstoel en -tafel
A
woordniveau
B
woordgroepsniveau
C
zinsniveau
Slide 11 - Quiz
hoge en lage bergen
A
woordniveau
B
woordgroepsniveau
C
zinsniveau
Slide 12 - Quiz
De jongen schreeuwt en rent.
A
woordniveau
B
woordgroepsniveau
C
zinsniveau
Slide 13 - Quiz
Aan de slag!
Maak de volgende opdrachten zelfstandig:
Grammatica hf. 2: opdr. 1, 2, 4, 9 en 10
Klaar?
Maak een samenvatting van de theorie van hf. 2 of ga lezen in je leesboek.