Let op!
De present continuous wordt gebruikt voor acties (tijdelijke acties of acties die nu plaatsvinden). De volgende werkwoorden zijn geen actieve werkwoorden, maar geven een toestand weer. Ze worden daarom niet gebruikt in de present continuous.
to appear, to be, to believe, to (dis)like, to feel (to have an opinion), to hate, to have, to know, to look (to seem), to love, to mean, to need, to prefer, to remember, to seem, to sound, to think (to have an opinion), to understand, to want, to wish.