Hoofdstuk 2 'Industriële revolutie in Nederland'

1 / 31
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 31 slides, with text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Toetsstof pww 1
Hoofdstuk 2

Paragraaf 1, 2 en 3

Deze les en volgende week --> Aantekeningen of/en goed opletten. 

Slide 2 - Slide

Vandaag
1. De industriële revolutie

2. Nieuwe samenleving

3. Socialisten en liberalen

Slide 3 - Slide

Energie
Energie is wat je nodig hebt om iets te 
laten bewegen. 

Welke simpele vormen van energie kan
ik gebruiken om dit wiel te laten draaien? 

Slide 4 - Slide

Stoommachine = Industriële revolutie

Slide 5 - Slide

Industrialisering 

Slide 6 - Slide

Aantekeningen

Schrijf voor jezelf op

industralisering + Betekenis

Volgende vraag: Hoe ging dit in onze regio?

Slide 7 - Slide

Niet overal tegelijk
Welke 'grondstoffen' heb je nodig voor industrialisering?

  • Water (om te koken)
  • Kolen (om het water mee te koken)
  • ijzer (om spoor/fabrieken/ machines te maken)


Het zuiden van de Nederlanden 
begint eerst te industrialiseren

Slide 8 - Slide

Waarom was het noorden niet geïndustrialiseerd? 
Geen kool

Nog altijd vertrouwend op windenergie

Geen spoorwegen

Arme mensen

Slide 9 - Slide

Oh, oh Nederland in de problemen
1830 België wordt onafhankelijk

Slide 10 - Slide

Koning Willem I
na verlies België heeft hij alleen nog het arme Nederland........ 

Wat te doen? Wat te doen?

Wat kan die doen? 

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Willem I gaat Nederland industrialiseren
- Aanleg spoorwegen

- Aanleg kanalen 

- Bouwfabrieken
(Enschede, Tilburg, Eindhoven)

Slide 13 - Slide

Dusss... Aantekeningen !
Nederland is laat met het industrialiseren. 

Vanaf 1860 begint het pas echt!

Maar heeft dit ook gevolgen? 
  • ja


Slide 14 - Slide

Leerdoelen:
Je kunt de arbeidsomstandigheden en woonomstandigheden van ondernemers en arbeiders in de 19e eeuw beschrijven.

Je kunt uitleggen waarom arbeiders weinig macht hadden en hoe zij toch hun positie probeerden te verbeteren.

Slide 15 - Slide

De samenleving veranderd
Hoe was het eerst? 

95% van de Nederlanders waren boer

Maken eigen eten
wonen op de boerderij







Slide 16 - Slide

Industralisatie
Rijke boerderijen krijgen machines = minder boeren nodig

Waar kunnen de overige boeren nu 
gaan werken? 

  • Fabrieken

Slide 17 - Slide

Verstedelijking
Massale trek naar de steden.
Fabrieken bouwen wijken 

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Video

Arbeiders
Mensen die voor loon werken in een fabriek en wonen in de stad

Waarom hebben deze mensen het slechter dan de boeren? 

Slide 20 - Slide

Arbeiders
  • Lagen lonen
  • lange dagen
  • Gevaarlijk werk
  • Vervangbaar

Slide 21 - Slide

Niet voor iedereen is deze periode verschrikkelijk
Ondernemers!

Eigenaren van de Fabrieken
Stinkend rijk
Proberen steeds meer te verdienen.

Slide 22 - Slide

Arbeiders versus Ondernemers
Arbeiders

- Arm, kansloos

- Grote groep

- Werken voor ondernemers
Ondernemers

- Rijk, bezit

- Kleine groep

- Zijn de baas van de fabrieken

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Video

Wat hebben we nu gezien?

Nederland is laat met industrialiseren

Als het gebeurd ontstaat er een grote groep 'arbeiders' die het slecht hebben. 

Wat kunnen die arbeiders doen aan hun positie? 

Slide 25 - Slide

Politiek
Wie maakt de regels? Wie heeft de macht?

Nederland is een democratie

MAAAR je mag alleen stemmen als je
  •  rijk bent

Slide 26 - Slide

Liberalen
Rijke mensen hebben zich in de politiek verenigd als liberalen


Liberalen willen vrijheid! en dat betekend:

- De staat(regering) moet zo min mogelijk regels en wetten
 maken

- De staat moet zorgen voor veiligheid en vrijheid 
(leger en politie)

Slide 27 - Slide

Duss..
Dus je mag alleen stemmen als je rijk bent

Liberalen willen dat de regering zich niet bemoeit met de economie (en dus arbeidsomstandigheden)

Wat kunnen de Arbeiders nog doen? 

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Video

Lees nu voor jezelf
Arbeiders werken samen en Politieke partijen 
Bladzijde 60
Aan de slag met opdracht 3 en 4
timer
4:00

Slide 30 - Slide

Huiswerk
Lees bladzijde 62

Maak opdrachten
6, 7 en 8

Slide 31 - Slide