Module 1 les 1 argumentatieleer (Brenda)

Welkom
1 / 36
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Even voorstellen
86

2221

3

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Even voorstellen

Nu jullie!
Stel jezelf voor aan de hand van drie cijfers.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Nederlands periode 1
Lezen en luisteren

Uitlegfilmpjes SVO - YouTube
Examinering CE lezen en luisteren begin p3

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Algemene informatie
Nederlands is een verplicht onderdeel van de opleiding. 

Je werkt aan het op peil houden en/of de verdere ontwikkeling van Nederlands op niveau 3F. 

Nederlands bestaat uit 5 verschillende domeinen:
Lezen
Luisteren 
Schrijven 
Spreken
Gesprekken voeren

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Uitlegvideo's ELO
Waar vind je de uitlegvideo's?
- Ga naar mijn SVO en klik daar op het tegeltje elektronische leeromgeving.
- Kies voor generieke vakken.
- Hier vind je alle benodigde informatie, de uitlegvideo's en informatie over de 
examens voor het vak Nederlands.


Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Domein lezen en luisteren
1. Argumentatieleer
2. Aanvaardbaarheid en drogredenen
3. Drogredenen deel 2
4. Bronnen


Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Thema argumentatieleer
Aan het einde van de les:
1. kun je het onderscheid maken tussen standpunt en argument;​
2 . kun je het onderscheid maken tussen standpunt en stelling; ​
3. weet je wat het verschil is tussen een tegenargument en een weerlegging;​
4. kun je (in groepsverband) aan de hand van een betogende tekst een eenvoudig argumentatieschema opstellen.


Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Programma vandaag
Inleiding

Werkwoordspelling

Argumentatieleer

Aan de slag

Afsluiting
5 minuten

10 minuten

10  minuten

15 minuten

5 minuten
Programma vandaag

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Werkwoordspelling
(worden) je morgen een jaar ouder?
(worden) je broer morgen een jaar ouder?
timer
2:00

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Leg uit: Wanneer gebruik je een 'd' en wanneer 'dt' of 't'?

Slide 12 - Open question

This item has no instructions

Slide 13 - Video

This item has no instructions

Argumentatieleer

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Wat is het verschil tussen een feit en een mening?

Slide 15 - Open question

This item has no instructions

Noem een tekstsoort

Slide 16 - Mind map

This item has no instructions

In welke tekstsoort staat de mening van een schrijver?
A
Informatieve tekst
B
Instructie
C
Betogende tekst
D
Amuserende tekst

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Kijkvragen videofragment
We gaan zo een fragment kijken uit ‘Lubach op zondag’. Het is van belang dat je aandachtig kijkt en luistert en tevens aantekeningen maakt.​


Pak pen en papier en noteer voor jezelf:​
​Wat voor soort ‘tekst’ is dit?​
Wat is mening van Arjan Lubach?​
Noteer alle argumenten die genoemd worden (voor en tegen).​
Na het filmfragment ga je met een studiegenoot de antwoorden vergelijken! 







Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Slide 19 - Video

This item has no instructions

Bespreken uitkomsten
Bespreek de uitkomsten met een medestudent/in een groepje:

Wat voor soort ‘tekst’ is dit?​
Wat is mening van Arjan Lubach?​
Noteer alle argumenten die genoemd worden (voor en tegen).​

De uitkomsten kunnen in de volgende dia's ingevuld worden. 

timer
5:00

Slide 20 - Slide

Hier kies je als docent een werkvorm voor de bespreking in tweetallen en plenair.​
Je kunt hierbij denken aan:​
Padlet; ​
Placematmethode;​
Lino;​
Mentimeter; ​
Muurkrantmethode.
Wat voor soort tekst is het?

Slide 21 - Mind map

Het is een betogende luistertekst.

Wat is de mening van Arjen Lubach?

Slide 22 - Open question

This item has no instructions

Schrijf per groepje twee gehoorde argumenten op.

Slide 23 - Open question

This item has no instructions

Mening, standpunt en stelling
Een uitspraak of een bewering over een onderwerp noemen we een stelling.​

Bijvoorbeeld: frisdranken bevatten teveel suikers.

Met een standpunt geef je je mening over die stelling. Je bent het eens met de stelling of juist niet. ​

Bijvoorbeeld: ik vind dat frisdranken teveel suikers bevatten.

Veel voorkomende signaalwoorden bij een standpunt zijn: volgens mij, dus , ik ben van mening, naar mijn mening. 

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Mening, standpunt en stelling
Let op: vaak wordt het standpunt in de conclusie herhaald. Dit herken je aan de volgende signaalwoorden: dus, kortom, alles bij elkaar genomen denk ik dat. 

Let op: regelmatig vind je geen stelling in een tekst, maar direct een standpunt.

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Argumentatie
Om een standpunt hard te maken, zal de schrijver gebruik maken van argumenten. 

Alle argumenten samen, noemen we argumentatie.

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Tegenargument
Met een tegenargument of tegenwerping ontkracht je een standpunt of argument van de ander. 
Je maakt het standpunt of argument minder aanvaardbaar. 

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Weerlegging
Een argument dat laat zien dat een argument zwak of onwaar is noemen we een weerlegging

Het is fijn dat de aarde opwarmt, want dan kunnen we in ons eigen land lekker veel zonnen (argument voor). Maar de kans dat je huidkanker krijgt, wordt daardoor wel een stuk groter (argument tegen). Als je je echter genoeg insmeert met zonnebrandolie en niet te lang in de zon blijft,  is er niets aan de hand (weerlegging). 

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Opdracht

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Artikel 
Lees in groepjes het artikel. 

Onderstreep met rood argumenten voor.
Onderstreep met groen tegenargumenten.
Onderstreep met blauw de weerlegging. 


Slide 30 - Slide

Maak de keuze uit een eigen gevonden artikel, of de artikelen die je kunt vinden in Teams, bij 'werkbladen'.
Afsluiting

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Wat heb je geleerd?
Noem 2 dingen

Slide 32 - Mind map

This item has no instructions

NUMO
Extra oefenen in Numo over dit onderwerp:

- Lezen 3F 
Onderdeel F: Standpunt en argumenten

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Mentoruur
Spelling en Grammatica
Numo > sprongtoets spelling 3F
Numo > werkwoordspelling 3F > onderdeel C tegenwoordige tijd


Slide 34 - Slide

This item has no instructions

Volgende les
Argumentatie en drogredenen
- argumentatieschema (opdracht van vandaag)
- argumentatiestructuur

Spelling 
- persoonsvorm

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Slide 36 - Slide

This item has no instructions