This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Present Continuous - Duurvorm
Slide 1 - Slide
Aan het einde van de les
kan je...
De vorm van de 'Present Continuous' herkennen en gebruiken
Uitleggen wanneer je de 'Present Continuous' moet gebruiken
Slide 2 - Slide
Wanneer gebruik je de present continous/
A
Als iets altijd, nooit of regelmatig gebeurd
B
Als iets in de toekomst gebeurt
C
Als iets nu aan de gang is
D
Als iets in het verleden gebeurt
Slide 3 - Quiz
Wanneer gebruik je de 'Present Continuous'?
De vorm gebruik je als iets aan de gang is op het moment dat je erover spreekt of schrijft.
Iets gebeurt dus op dit moment.
Slide 4 - Slide
Hoe ziet de vorm eruit?
am / are / is + werkwoord + ing
I am explaining the present continuous.
You are listening to me.
Slide 5 - Slide
Voorbeeld
I amscreaming at my computer right now.
Slide 6 - Slide
Voorbeeld
Timmy is sitting on a warm toilet seat.
Slide 7 - Slide
Voorbeeld
The cats are pushing all the buttons in the elevator.
Slide 8 - Slide
Present continuous regels
Eindigt het werkwoord op een -e, dan vervalt de - e (to have) I am having lunch (to give) He is giving us homework
Werkwoorden van 1 lettergreep met een korte klinker (a,e,i,o,u) verdubbel dan de medeklinker (to put) We are putting sugar in his tea (to run) She is running a marathon
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Video
Let op!
Als het werkwoord eindigt op een -e, dan laat je deze weg als je -ing toevoegt.
to dance - I'm dancing
Slide 11 - Slide
Let op!
Als het werkwoord één lettergreep heeft en eindigt op een klinker + medeklinker verdubbel je de laatste medeklinker.
to hit - hitting
to run - running
Slide 12 - Slide
We ... the dishes right now
A
are doing
B
was doing
C
are do
D
was do
Slide 13 - Quiz
Look! They ... him his present
A
are give
B
were give
C
are giving
D
were giving
Slide 14 - Quiz
I ... a book for school right now
A
am read
B
am reading
C
was read
D
was reading
Slide 15 - Quiz
She ... her bag all by herself as we speak
A
is carrying
B
was carried
C
was carrying
D
is carry
Slide 16 - Quiz
He ... in the Alps this weekend
A
is skied
B
was skiing
C
was skied
D
is skiing
Slide 17 - Quiz
You're the reason why I .... in the mirror, .... in the shower.
present continuous-1
Slide 18 - Open question
Listen and fill in the gaps: The clock ... ... so stay.
4. the man is looking at a mine.
present continuous-6
Slide 19 - Open question
So comfortable we ... ... in a bubble, bubble.
4. the man is looking at a mine.
present continuous-7
Slide 20 - Open question
Choose the Present Continuous: Look! The birds ___ away!
A
fly
B
flying
C
are fly
D
are flying
Slide 21 - Quiz
Choose the Present Continuous: We ___ English class right now.
A
have
B
are having
C
are have
D
are haveing
Slide 22 - Quiz
Choose the Present Continuous: Why ___ for vacation?
A
are we leaving
B
are we leave
C
we leaving
D
we leave
Slide 23 - Quiz
Samenvatting
Je gebruikt de Present Continuous als iets nu gebeurt.
Dit is de vorm: am / are / is + ww + ing
Werkwoord eindigt op -e? Weg ermee!
Eén lettergreep, eindigt op klinker + medeklinker? = extra medeklinker!
Slide 24 - Slide
https:
Slide 25 - Link
https:
Slide 26 - Link
1 =
2=
3 =
4=
5=
6=
7=
8=
10=
9=
Luister en schrijf op een blad papier wat voor spellen zij aan het doen zijn.