Woensdag 1 november - meewerkend voorwerp (MV)


L2b
1 / 21
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson


L2b

Slide 1 - Slide

Terugblik

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Meewerkend voorwerp
Het meewerkend voorwerp geeft aan voor wie iets bestemd is.  
Niet in elke zin staat een meewerkend voorwerp.





Slide 4 - Slide

LET DUS OP!
Als er 'aan' of 'voor' bij het meewerkend voorwerp staat, dan hoort dat altijd bij het meewerkend voorwerp!

Dit gedeelte is één zinsdeel.

In gedachten...

Slide 5 - Slide

Een meewerkend voorwerp...
A
… begint altijd met een voorzetsel.
B
… begint nooit met een voorzetsel.
C
… kan met een voorzetsel beginnen, maar dat hoeft niet.
D
… geen idee wat dat is.

Slide 6 - Quiz

Het meewerkend voorwerp is altijd een 'wie'.
A
ja
B
nee

Slide 7 - Quiz

Meewerkend voorwerp is een?
A
Woordsoort
B
Zinsdeel
C
Persoonsvorm

Slide 8 - Quiz

Een meewerkend voorwerp
A
staat in elke zin
B
moet altijd aan/voor bevatten
C
staat in een zin met werkwoorden die iets te maken hebben met vertellen of geven
D
"ondergaat'' wat het onderwerp doet

Slide 9 - Quiz

Wat is het meewerkend voorwerp?

Zij heeft het ons toch verteld.
A
zij
B
heeft
C
ons
D
toch

Slide 10 - Quiz

Het meewerkend voorwerp...
A
aan wie of voor wie
B
wie + gezegde + onderwerp
C
wat + gezegde + onderwerp
D
is altijd een voorwerp

Slide 11 - Quiz

Meewerkend voorwerp
A
Woordsoort
B
Zinsdeel

Slide 12 - Quiz

Is dit een meewerkend voorwerp?

'Wil hij een ijsje van mij hebben?'
A
ja
B
nee

Slide 13 - Quiz

meewerkend voorwerp
Haar moeder
een lange preek.
gaf
haar

Slide 14 - Drag question

meewerkend voorwerp
Klas 2D
chocola.
geeft
mevrouw Rosink

Slide 15 - Drag question

Moeder kookte een heerlijke maaltijd.
Ik zie haar.
Wij geven jullie een bos bloemen.
Heb je hun geschreven?
Lijdend voorwerp
Meewerkend voorwerp
Lijdend voorwerp
Meewerkend voorwerp

Slide 16 - Drag question

meewerkend voorwerp
Het meisje
al
had
de uitnodigingen voor het feest
aan de hele klas
gegeven.

Slide 17 - Drag question

meewerkend voorwerp
Het meisje
elke dag
brengt
haar paard
hooi.

Slide 18 - Drag question

Ik help hem.
Ik zie haar.
Wij geven jullie iets.
Heb je hun geschreven?
Lijdend voorwerp
Meewerkend voorwerp
Lijdend voorwerp
Meewerkend voorwerp

Slide 19 - Drag question

meewerkend voorwerp
Mijn iPad
heb
ik
het tweede uur
aan Joey
uitgeleend.

Slide 20 - Drag question

meewerkend voorwerp
Mijn airpods
heb
ik
het tweede uur
aan Joey
uitgeleend.

Slide 21 - Drag question