Verhaalsommen keer en delen opdracht 4

Verhaalsommen keer en delen opdracht 4
1 / 14
next
Slide 1: Slide
RekenenBasisschoolGroep 5

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Verhaalsommen keer en delen opdracht 4

Slide 1 - Slide

Een boer heeft 21 kippen. Elke kip legt 7 eieren per week. Hoeveel eieren heeft de boer na 1 week?
A
21 : 7 = 3
B
21 x 7= 147
C
7 x 21 = 147

Slide 2 - Quiz

Bij het schoolfruit zitten deze week sinaasappels. Meester André heeft in totaal 56 sinaasappels gekregen. Hij stopt er 8 in elk kratje. Hoeveel kratjes kan hij vullen?
A
56:8=7
B
56x8=448
C
8x56=448

Slide 3 - Quiz

Er doen 20 kinderen mee aan de gymles. In elk team zitten 4 kinderen. Hoeveel teams zijn er?
A
20:4=5
B
20x4=80
C
4x20=80

Slide 4 - Quiz

Flynn leest een dik boek. Elke dag leest hij 24 bladzijdes. Hoeveel bladzijdes heeft hij gelezen na 8 dagen?
A
24:8=3
B
24x8=192
C
8x24=192

Slide 5 - Quiz

Djeb leest een boek van 72 bladzijdes. Elke dag leest hij 9 bladzijdes. Na hoeveel dagen heeft hij het boek uit?
A
72:9=8
B
72x8=576
C
8x72=576

Slide 6 - Quiz

Gianna gaat shoppen. Ze koopt 4 broeken. De shirtjes kosten 20 euro per stuk. Hoeveel moet ze betalen?
A
20:4=5
B
20x4=80
C
4x20=80

Slide 7 - Quiz

Op het parkeerterrein van Toverland staan 4 bussen. In elke bus zitten 32 kinderen. Hoeveel kinderen zijn met de bus naar Toverland gekomen?
A
32:4=8
B
4x32=128
C
32x4=128

Slide 8 - Quiz

De schoolverlaters zijn in Toverland. Ze willen met 18 kinderen in de wildwaterbaan. In elk bootje kunnen 6 kinderen. Hoeveel bootjes hebben zij nodig?
A
18:6=3
B
18x6=108
C
6x18=108

Slide 9 - Quiz

Liv, Thaliyah, Sander, Nino, Danisha en Allissa gaan een ijsje kopen. Ze kopen elk een ijsje met 3 bolletjes. Hoeveel bolletjes hebben zij in totaal?
A
6:3=2
B
6x3=18
C
3x6=18

Slide 10 - Quiz

1 bolletje ijs kost 60 cent. Hoeveel moet ik betalen als ik 3 bolletjes ijs koop?
A
60:3=20
B
60x3=180
C
3x60=180

Slide 11 - Quiz

Om wat bij te verdienen, bezorg ik krantjes. Ik verdien elke week 15 euro. Hoeveel heb ik verdiend na 5 weken?
A
15:5=3
B
15x5=75
C
5x15=75

Slide 12 - Quiz

Ik wil uitwisbare pennen kopen. Ik heb 12 euro in mijn spaarpot. 1 pen kost 2 euro. Hoeveel pennen kan ik kopen?
A
12:2=6
B
12x2=24
C
2x12=24

Slide 13 - Quiz

Ik koop 8 uitwisbare pennen. Ze kosten 2 euro per stuk. Hoeveel moet ik betalen?
A
8:2=4
B
8x2=16
C
2x8=16

Slide 14 - Quiz