This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
H4: oefenen met examenopgaven
- neem markeerstiften mee
- check wat voor type vraag en hoeveel punten
- wat staat er in de bron / atlas
- schaalniveaus en dimensies?
Check altijd je antwoord!
Slide 1 - Slide
Examenopgave: De rivier de Maas en de Maaswerken
Bestudeer bron 1 die bij deze opgave hoort.
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Het regiem van de maas is onregelmatig
(1p): geef hiervoor de oorzaak.
Slide 4 - Slide
Het regiem van de maas is onregelmatig (1p): geef hiervoor de oorzaak.
Slide 5 - Open question
Slide 6 - Slide
De Maas ontspringt in Frankrijk op een hoogte van 400 meter boven NAP, vervolgt zijn weg via België en Nederland en mondt na 900 kilometer in de Noordzee uit.
- (1p) Bereken het verhang van de Maas. Noteer de berekening
Slide 7 - Slide
De Maas ontspringt in Frankrijk op een hoogte van 400 meter boven NAP, vervolgt zijn weg via België en Nederland en mondt na 900 kilometer in de Noordzee uit. - (1p) Bereken het verhang van de Maas. Noteer de berekening
Slide 8 - Open question
Slide 9 - Slide
In de bovenloop van het stroomgebied van de Maas streeft men ernaar meer water vast te houden om overstroming van de Maas in Nederland te voorkomen.
- (2p) Geef twee maatregelen die Frankrijk en België daarvoor kunnen nemen.
Slide 10 - Slide
In de bovenloop van het stroomgebied van de Maas streeft men ernaar meer water vast te houden om overstroming van de Maas in Nederland te voorkomen. - (2p) Geef twee maatregelen die Frankrijk en België daarvoor kunnen nemen.
Slide 11 - Open question
Slide 12 - Slide
Gebruik bron 1 en de overzichtskaart van Zuid-Nederland. Bij de gebieden aangegeven met de letter A in de bron kan in de toekomst water instromen.
Welke functie binnen de drietraps
strategie hebben deze gebieden?
Slide 13 - Slide
Welke functie binnen de drietrapsstrategie hebben deze gebieden?
Slide 14 - Open question
(2p)Beredeneer waarom je deze gebieden (A) beter in Limburg dan in Noord-Brabant kunt aanleggen.
Slide 15 - Slide
(2p) Beredeneer waarom je deze gebieden (A) beter in Limburg dan in Noord-Brabant kunt aanleggen.
Slide 16 - Open question
Slide 17 - Slide
Beschrijf hoe een zware NW storm in het IJsselmeer, kan leiden tot overstromingen in de rivier de IJssel
Slide 18 - Open question
Uitbreiding van de steden heeft bijgedragen aan afname van de vertragingstijd in het stroomgebied van de Rijn. Leg dit uit (oorzaak-gevolgrelatie).
Slide 19 - Open question
Welk effect heeft klimaatverandering in Nederland de komende eeuw op -de neerslaghoeveelheid in de winter? -de aard van de neerslag in de zomer?