This lesson contains 45 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
welk begrip hoort bij de hele afbeelding
A
bovenloop
B
stroomgebied
C
waterscheiding
D
benedenloop
Slide 5 - Quiz
Afgebeeld is een........ van een rivier
A
bovenloop
B
benedenloop
C
middenloop
D
lengteprofiel
Slide 6 - Quiz
Hoe noemen we de schommelingen in de waterafvoer van een rivier?
A
waterscheiding
B
debiet
C
regiem
D
verhang
Slide 7 - Quiz
De Maas ontspringt in Noord-Frankrijk op een hoogte van 400 m boven zeeniveau. Na 900 km mondt deze rivier in de Noordzee uit. Wat is het verhang van de Maas?
A
900/400 = 2,25 meter per km
B
400/900 = 0,44 meter per km.
C
900 x 400 = 360000 meter per km
D
900 - 400 = 500 meter per km.
Slide 8 - Quiz
In welke richting verschuiven de landschapszones op het Noordelijk Halfrond door de huidige klimaatverandering?
A
naar het oosten
B
naar het westen
C
naar het zuiden
D
naar het noorden
Slide 9 - Quiz
Slide 10 - Video
Wat is volgens het filmpje de hoofdreden waarom het de laatste anderhalve maand vaak helder weer is?
Slide 11 - Open question
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Video
Slide 16 - Slide
In welke bocht vindt erosie plaats bij het meanderen van een rivier?
A
Binnenbocht
B
Buitenbocht
C
Geen van beide
D
Beide bochten
Slide 17 - Quiz
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Slide
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Slide
Slide 22 - Slide
Slide 23 - Slide
Slide 24 - Slide
Bedenk minimaal 3 redenen waarom de waterafvoer naar de rivieren kan veranderen
Slide 25 - Open question
Slide 26 - Slide
Slide 27 - Slide
Slide 28 - Slide
Vertragingstijd
Neerslag in een stroomgebied zakt in de grond en komt na verloop van tijd in de rivier terecht en er treedt een piekafvoer op
Wat gebeurt er met de piekafvoer wanneer verstedelijking/verstening/ ontbossing optreedt?
Slide 29 - Slide
Vertragingstijd
Bij verstedelijking/verstening/ ontbossing:
piekafvoer komt eerder
piekafvoer is hoger
Slide 30 - Slide
Welke van de volgende ingrepen in het landschap verkorten de vertragingstijd?
A
Het aanleggen van snelwegen
B
Het draineren van landbouwgrond
C
Het ontbossen van een natuurgebied
D
Het verhogen van dijken
Slide 31 - Quiz
Maak de volgende zin af: Hoe groter de verstedelijking, hoe ............... de vertragingstijd.
A
Korter
B
Langer
C
Zelfde
D
Hoger
Slide 32 - Quiz
Slide 33 - Slide
Waarom is het blijven ophogen van de winterdijken geen 'echte' oplossing?
Slide 34 - Open question
Slide 35 - Slide
Slide 36 - Slide
Slide 37 - Slide
www.overstroomik.nl
Slide 38 - Link
Waar woon jij en tot hoever komt het water bij jou thuis in geval van overstroming volgens de app?
Slide 39 - Open question
Zou je in geval van een overstroming horizontaal of verticaal vluchten? Licht je antwoord toe.
Slide 40 - Open question
Slide 41 - Slide
Slide 42 - Slide
Slide 43 - Slide
Schrijf drie dingen op die je hebt geleerd tijdens deze les
Slide 44 - Open question
En nu?
maak de opgaven 1,3 en 6 van 4.2 volgens studiewijzer. Lees 4.3 voor de les maandag!