Oefeningen hww zww - 1hv

hww en zww
Grammatica woordsoorten
1 / 11
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1,2

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

hww en zww
Grammatica woordsoorten

Slide 1 - Slide

De groep jongens gaat naar het natuurgebied.
Wat is het werkwoord?
A
jongens
B
gaat
C
naar
D
natuurgebied

Slide 2 - Quiz

Daar mag je op een speciale plek vuur maken.
Wat is zijn de werkwoorden?
A
daar, mag
B
speciale, plek
C
plek, vuur
D
mag, maken

Slide 3 - Quiz

Eerst verzamelen ze de takken.

verzamelen =
A
hww
B
zww

Slide 4 - Quiz

Hij heeft hen geholpen.

heeft =

A
hww
B
zww

Slide 5 - Quiz

De jongen had zijn vriend moeten kunnen helpen.
had =
A
hww
B
zww

Slide 6 - Quiz

De jongen had zijn vriend moeten kunnen helpen.
moeten =
A
hww
B
zww

Slide 7 - Quiz

De jongen had zijn vriend moeten kunnen helpen.
kunnen =
A
hww
B
zww

Slide 8 - Quiz

De jongen had zijn vriend moeten kunnen helpen.
helpen =
A
hww
B
zww

Slide 9 - Quiz

Wij hebben gisteren pannenkoeken gegeten.
hebben =

A
hww
B
zww

Slide 10 - Quiz

Wij hebben gisteren pannenkoeken gegeten.
gegeten =
A
hww
B
zww

Slide 11 - Quiz