Niveau A week 36

1 / 37
next
Slide 1: Slide
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 2

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

In deze les:
Terugblik
Voorkennis
Lesdoelen
Filmpjes
Opdrachten
Evalueren
Extra opdracht bij tijd over.

Slide 2 - Slide

Tip!
Denk aan: 
Zwitserland
Tip 2!
Wat weet je nog van
vorige week?

Slide 3 - Mind map

Wat betekent ontploffen?
A
Iets wat hard is
B
Afval
C
Er gaat iets af
D
Er is veel rommel

Slide 4 - Quiz

Hier ligt Zwitserland

Slide 5 - Drag question

Het onderwerp van deze week is:

B l i k s e m

Slide 6 - Slide

Les doelen
Foto
Ik weet waar Zweden ligt
Ik weet wat bliksem is en wat gevaarlijk is 
Ik weet wat schuilen is
Ik kan twee dingen opnoemen die ik moet doen als het onweert
Foto2

Slide 7 - Slide

Hier ligt Zweden!
Hoofdstad
De hoofdstad is Stockholm

Slide 8 - Slide

Hier ligt Zweden

Slide 9 - Drag question

Wat weet je al over bliksem?

Slide 10 - Mind map

Voeg 5 foto's toe van de 4 verschillende seizoenen.

Slide 11 - Open question

Wat is de hoofdstad
van Zweden?
Lees!

Slide 12 - Open question

Waarom gingen de
jongens onder
een boom staan?
Lees!

Slide 13 - Open question

Wat gebeurde er
met de jongens onder
de boom?
Lees!

Slide 14 - Open question

Welke drie dingen
Weet je na dit stukje lezen?
Lees

Slide 15 - Open question

Stel je voor: je bent aan het wandelen in een park. Het gaat onweren, maar je kunt niet snel naar huis. Wat is dan het beste dat je kunt doen?
Lees

Slide 16 - Open question

Waarom was het zo gevaarlijk dat de jongens uit Zweden onder een boom gingen staan toen het ging onweren?
Lees

Slide 17 - Open question

Op de volgende pagina komt een filmpje.

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Video

Waar begint onweer?
A
Op de grond
B
In de lucht
C
In een wolk
D
In de zon

Slide 20 - Quiz

Wat zit er in een wolk?
A
Druppeltjes water en sneeuw
B
Druppeltjes ijs en licht
C
Druppeltjes water en ijs

Slide 21 - Quiz

Tot hoeveel moet je tellen als je 1 kilometer van de onweer af zit?
A
tot 2
B
tot 3
C
tot 4
D
tot 5

Slide 22 - Quiz

Er komen nu andere vragen.

Slide 23 - Slide

De tekst gaat over onweer. Stel je voor dat je buiten bent bij onweer.
Wat zie je?

Slide 24 - Open question

De tekst gaat over onweer. Stel je voor dat je buiten bent bij onweer.
Wat hoor je?

Slide 25 - Open question

De tekst gaat over onweer. Stel je voor
dat je buiten bent bij onweer.
Wat voel je?

Slide 26 - Open question

De tekst gaat over onweer. Stel je voor
dat je buiten bent bij onweer.
Wat ruik je?

Slide 27 - Open question

Schrijf een verhaal!
Wat zou jij doen als het onweert en je kan niet naar huis? (7 regels)

Slide 28 - Open question

Slide 29 - Slide

Een heftige gebeurtenis in Zweden. Wat betekent het als er iets heftigs gebeurt?
Tip
A
dan gebeurt er iets dat heel erg of verschrikkelijk is
B
dan gebeurt er iets dat iedereen wel had gedacht
C
dan gebeurt er iets wat nog nooit eerder is gebeurd

Slide 30 - Quiz

Blijf niet in open water of in een buitenzwembad. Wat betekent open water?
A
een gebied met water waar iedereen gratis naar toe kan gaan
B
een grote hoeveelheid water zonder muren, zoals de zee, een meer of een rivier
C
een gebied waar mensen water neerzetten voor dieren als het warm is

Slide 31 - Quiz

Daar worden hoge dingen meestal als eerste geraakt.

Welke plek wordt bedoeld met Daar?
Lees
A
in de warme lucht die is opgestegen (regel 18)
B
naar de andere wolk (regel 24)
C
op de aarde (regel 24-25)

Slide 32 - Quiz

Bij onweer is er bliksem en donder. Wat is donder eigenlijk?
A
Donder is het geluid dat je hoort als in een storm wolken tegen elkaar botsen
B
Donder is het geluid dat je hoort als lucht ontploft door de hitte van de bliksem.
C
Donder is het geluid dat je hoort om je te waarschuwen voor bliksem

Slide 33 - Quiz

Welk kopje zou ook boven dit stukje tekst kunnen staan?
Kies het kopje dat het beste zou passen.
Lees
A
25 dagen per jaar onweer
B
Onweer? Gewoon even wachten!
C
Ga naar binnen of maak je klein

Slide 34 - Quiz

Slide 35 - Video

Heb je de lesdoelen behaald?
Ik weet wat bliksem is en wat gevaarlijk is 
Ik kan twee dingen opnoemen die ik moet doen als het onweert
Ik weet waar Zweden ligt
Ik weet wat schuilen is
Jaa
Nee
Jaa
Jaa
Jaa
Nee
Nee
Nee

Slide 36 - Drag question

Extra opdracht
Maak een Poster over het onweer / bliksem in word.
Sla hem op in je mapje: Nederlands op OneDrive. 

Slide 37 - Slide