Niveau AA week 36

1 / 36
next
Slide 1: Slide
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 4

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

In deze les:
Terugblik
Voorkennis
Lesdoelen
Filmpjes
Opdrachten
Evalueren
Extra opdracht bij tijd over.

Slide 2 - Slide

Tip!
Denk aan: 
Zwitserland
Tip 2!
Wat weet je nog van
vorige week?

Slide 3 - Mind map

Wat betekent ontploffen?
A
Iets wat hard is
B
Afval
C
Er gaat iets af
D
Er is veel rommel

Slide 4 - Quiz

Hier ligt Zwitserland

Slide 5 - Drag question

Wat weet je al over bliksem?

Slide 6 - Mind map

Voeg 4 foto's toe van de 4 verschillende seizoenen.

Slide 7 - Open question

Les doelen
Foto
Ik weet waar Zweden ligt
Ik weet wat bliksem is en doet
Ik weet wat schuilen is
Ik kan twee dingen opnoemen die ik moet doen als het onweert
Foto2

Slide 8 - Slide

Hier ligt Zweden!
Hoofdstad
De hoofdstad is Stockholm

Slide 9 - Slide

Hier ligt Zweden

Slide 10 - Drag question

Wat gebeurde er met de jongens in Zweden?
Lees!

Slide 11 - Open question

Waar waren de jongens toen de bliksem insloeg?
Lees

Slide 12 - Open question

Wat weet je nu over onweer?
Kies 1 ding
Lees
bij onweer zie je vaak regen, donder en bliksem
bliksem is heel erg heet
het is nooit in de zomer
het is niet gevaarlijk
het kan gebeuren als warme en koude lucht met elkaar botsen

Slide 13 - Poll

Wat moet je
doen als het onweert?
Zet een kruisje
voor twee dingen
Lees!
A
op je hurken gaan zitten
B
schuilen onder een boom
C
snel naar binnen
D
schuilen bij een hoog gebouw

Slide 14 - Quiz

Heb jij weleens buiten gestaan toen het ging onweren? Wat heb je toen gedaan?

Slide 15 - Open question

Op de volgende pagina..
Er komt een filmpje.
Zorg dat je oordopjes klaar hebt staan.
Er komen ook vragen in het filmpje!

Slide 16 - Slide

6

Slide 17 - Video

00:14
Wat zie je als eerst?
A
Het donder (geluid)
B
De Bliksem

Slide 18 - Quiz

00:29
Hoeveel seconden heb je nodig om 1 kilometer
A

Slide 19 - Quiz

00:30
Hoeveel seconde tel je ?
A
1 seconde
B
2 secondes
C
3 secondes
D
4 secondes

Slide 20 - Quiz

00:32
Hoever is de donder vanaf 3 secondes van jou?
A
1 kilometer
B
2 kilometer
C
3 kilometer
D
4 kilometer

Slide 21 - Quiz

00:40
Vanaf welke tellen is het onweer heeeel dichtbij en gevaarlijk?

Slide 22 - Open question

00:55
Waar kan je het beste schuilen?
A
Onder een boom
B
In de auto
C
Op de grond
D
in een gebouw

Slide 23 - Quiz

De tekst gaat over onweer. Stel je voor dat je buiten bent bij onweer.
Wat zie je?

Slide 24 - Open question

De tekst gaat over onweer. Stel je voor dat je buiten bent bij onweer.
Wat hoor je?

Slide 25 - Open question

De tekst gaat over onweer. Stel je voor
dat je buiten bent bij onweer.
Wat voel je?

Slide 26 - Open question

De tekst gaat over onweer. Stel je voor
dat je buiten bent bij onweer.
Wat ruik je?

Slide 27 - Open question

Slide 28 - Slide

De tekst gaat over onweer. Stel je voor
dat je buiten bent bij onweer.
Wat proef je?

Slide 29 - Open question

Onweer komt meestal voor in de zomer. Wat betekent
'meestal'?
Tip!
A
bijna altijd
B
bijna nooit
C
met gevaar

Slide 30 - Quiz

Bliksem kan overal inslaan. Wat betekent:
inslaan?
A
heen en weer schudden
B
met een zacht sissen opengaan
C
met veel kracht in iets gaan

Slide 31 - Quiz

Want hoge dingen trekken bliksem aan. Wat betekent
aantrekken?
A
aan iets vastzitten
B
naar je toe halen
C
van je af duwen

Slide 32 - Quiz

Ook in Nederland komt het niet heel vaak voor. Wat is voorkomen?
Tip!
A
er zijn
B
iets vinden
C
veel doen

Slide 33 - Quiz

Heb je de lesdoelen behaald?
Ik weet wat bliksem is en doet
Ik kan twee dingen opnoemen die ik moet doen als het onweert
Ik weet waar Zweden ligt
Ik weet wat schuilen is
Jaa
Nee
Jaa
Jaa
Jaa
Nee
Nee
Nee

Slide 34 - Drag question

Hoe vond je de les? (Beantwoord met een foto!!)

Slide 35 - Open question

Extra opdracht
Maak een Poster over het onweer / bliksem in word.
Sla hem op in je mapje: Nieuwsbegrip op OneDrive. 

Slide 36 - Slide