Week 12

welcome!
1 / 20
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

welcome!

Slide 1 - Slide

What did we do / talk about last lesson?
timer
0:40

Slide 2 - Open question

planning


Past Simple & Present Perfect

Slide 3 - Slide

Lesson goal
at the end of the lesson, I know how to use the Past Simple & Present Perfect

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

PAST SIMPLE vs PRESENT PERFECT

Slide 6 - Slide

Wanneer gebruik je the 
Past Simple?


Als je wilt zeggen dat iets in het verleden is gebeurd en nu is afgelopen.


Wanneer gebruik je the Present Perfect?


Als je wil zeggen dat iets in het verleden is begonnen en nu nog steeds doorgaat of nog steeds belangrijk is.

Slide 7 - Slide

Unit 2 Lesson 2 Opdracht 5 (Blz. 63)
timer
4:00

Slide 8 - Slide

Unit 2 Lesson 2 Opdracht 5 (Blz. 63)
  • a. present perfect
  • b. past simple
  • c. present perfect
  • d. past simple
  • e. past simple
  • f. present perfect

Slide 9 - Slide

Past Simple
- Gebruik:
   - Als je wilt zeggen dat iets in het verleden is gebeurd en nu is afgelopen. 
> helemaal voorbij
- Vorm:
    - regelmatige werkwoorden + ed
    - onregelmatige werkwoorden > 2e rijtje

Bijvoorbeeld: walked, worked, slept, spoke etc.



Slide 10 - Slide

Geef de juiste vorm van de Past Simple

(+) ____ (the fireman - to save) a family from a burning house yesterday.
A
the fireman saving
B
the fireman saved
C
the fireman have save
D
the fireman save

Slide 11 - Quiz

Present Perfect:
- Gebruik:
   - Als je wil zeggen dat iets in het verleden is begonnen en nu nog steeds doorgaat of nog steeds belangrijk is.

- Vorm:
    - have / has  + voltooid deelwoord
       - regelmatige werkwoorden + ed
       - onregelmatige werkwoorden > 3e rijtje
Bijvoorbeeld: Have walked, has worked, has slept, etc.



Slide 12 - Slide

Geef de juiste vorm van de Present Perfect: (+) ____ (I - to write) ten Christmas cards already.
A
I have writing
B
I have writed
C
I have written
D
write

Slide 13 - Quiz

Past Simple vs Present Perfect

Slide 14 - Slide

Past Simple
Tijdsbepaling: in 2018, yesterday, last, weekend, two hours ago, a second ago. 

Slide 15 - Slide

present perfect: ezelsbruggetje
FYNE JAS

For, Yet, Never, Ever
Just, Already (Always), Since

Slide 16 - Slide

Onderstreep de tijdbepaling in iedere zin
Unit 2 Lesson 2 Opdracht 6a (Blz 64.)
timer
3:00

Slide 17 - Slide

Wat is het verschil tussen deze twee zinnen?
I lived in Amsterdam for 2 years.
I have lived in Amsterdam for 2 years.

Slide 18 - Open question

Past Simple vs Present Perfect

Slide 19 - Slide

Homework
Unit 2 Lesson 2:
Opdracht 5, 6, 7

Slide 20 - Slide