Extra Duits - Körper

• Duits
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 3

Het lichaam

Extra Duits

Wat doen we vandaag?

• Leerdoelen
• Wat weten jullie al?
• Oefeningen
• Handige zinnetjes
• Vraag elkaar...
• Afsluiting 

Na vandaag kun je:

• 10 lichaamsdelen in het Duits benoemen
• Vragen hoe het met iemand gaat in het Duits
  
• Vertellen hoe je je voelt in het Duits

Der Körper = Het lichaam

Iemand vragen/zeggen....

1. Hoe gaat het met je?

2. Met mij gaat het (niet zo) goed/slecht.

3. Wat is er aan de hand?

4. Mijn ...(voet)... doet pijn.

5. Dat is vervelend om te horen. Misschien kun je naar de dokter gaan?

6. Mijn been is gebroken.

Verbind de nummers met de letters:

a. Was ist los?

 b. Mein Bein ist gebrochen.

c. Wie geht's dir?

d. Mein ....(Fuß) ..... tut weh.

e. Mir geht es (nicht so) gut/schlecht

f. Das tut mir leid. Vielleicht kannst du zum Arzt gehen?

Antwoorden

1 = C (Wie geht's dir?)

2 = E (Mir geht es (nicht so) gut/schlecht)

3 = A (Was ist los?)

4 = D (Mein ....(Fuß) ..... tut weh.)

5= F (Das tut mir leid. Vielleicht kannst du zum Arzt gehen?)

6 = B (Mein Bein ist gebrochen.)

Der Kopf, Die Köpfe

Der Rücken / Der Bauch

Das Ohr, die Ohren

Der Arm, Die Arme

Der Hand, die Hände

Das Bein, die Beine

Das Auge, die Augen

Der Mund

Der Zahn, die Zähne

Der Finger, die Finger

Die Wange, Die Wangen

Die Nase

Das Knie, die Knie

Die Hüften

Memory

https://puzzel.org/nl/memory/play?p=-MVMMRBlHV7qiM7sm59I 

Gesprekje voeren

A = Wie geht's dir?

B = Es geht mir nicht so gut.

A = Was ist los?

B = Mein (Bauch/Rücken/ Ohr/....) tut weh.

A = Das tut mir leid. Vielleicht kannst du morgen zum Arzt gehen?

B = Das ist eine gute Idee. Das mache ich.

Wat heb je nu geleerd?

- Je hebt minstens 10 lichaamsdelen geleerd.

- Je hebt geleerd hoe je kunt vragen hoe het gaat met iemand.

- Je hebt geleerd om te vertellen hoe het gaat en of iets pijn doet.

Ende