02-02 Herhaling present simple en present continuous

   
  • Wij luisteren naar elkaar 
  • Mobiel staat op stil en blijft in je tas
  • Lesboek dicht op tafel
  • Bij vragen handen opsteken
  • Rode kaart in de lucht? Dan is iedereen stil


1 / 15
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 15 slides, with text slides and 1 video.

Items in this lesson

   
  • Wij luisteren naar elkaar 
  • Mobiel staat op stil en blijft in je tas
  • Lesboek dicht op tafel
  • Bij vragen handen opsteken
  • Rode kaart in de lucht? Dan is iedereen stil


Slide 1 - Slide

Homework
  • 2 grammar of choice:
       Af? nakijken 5 minuten

  • Present continuous gelezen?


Slide 2 - Slide

By the end of this class:
  1. You understand present simple and present continuous.
  2. You can use the present simple and present continuous correctly.
  3. You can understand the main point of informative texts.

Slide 3 - Slide

Lesson plan
  1. Present simple recap
  2. Grammar: Present continuous
  3. practice present continuous
  4. Reading exercise
  5. Work independently (zelfstandig)
  6. Ending class/homework

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Change the verb to present simple to fit the senctence.

1. She _________ noodles every Monday. (eat)

2. They ________ English well. (speak)

3. He __________ his homework. (do)

4. The baby ________ every night. (cry)

Slide 6 - Slide

Present continuous
  • De present continuous is een vorm van de tegenwoordige tijd.
  • Je gebruikt de present continuous bij gebeurtenissen die:
  •    nu bezig of                        
  •    nu aan de gang zijn

Slide 7 - Slide

Present simple and present continuous 
Present simple
Present continuous: 
Feit, situatie, gewoonte, regelmatige gebeurtenissen.
Gebeurtenissen die nu bezig zijn of nu aan de gang zijn.
Signaalwoorden: always, sometimes, often, never, usually, on Mondays, every.... 
Signaalwoorden: this instant, right now, at the moment, look!, listen! 
I, hele werkwoord + s 
am/is/are + hele werkwoord + ing 
Jack rides his bicycle. 
Jack is riding his bicycle.

Slide 8 - Slide

Present Continuous



vorm: to be (am, are, is) + hele werkwoord + ing
I am walking to school right now.
I am not walking to school right now.
Am I walking to school?
You are walking
You aren't walking
Are you walking?
He / she / it is walking
He / she / it isn't walking
Is he/she/it walking?
They are walking
They aren't walking
Are they walking?

Expressions 
you are always singing so loudly.
We are never doing that again!

Slide 9 - Slide



Wat: opg. 52 a t/m b3 klassikaal blz. 42
          opg. 52 d individueel

Uitkomst: opg. 52d klassikaal bespreken
Tijd: 10 minuten

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Wat: opgave G reading blz 34
Hoe: opgave 41 en 42 a +b voor het lezen klassikaal
           daarna tekst lezen. 
           opgave 42c, 44 en 45 individueel
Uitkomst: klassikaal behandelen
Tijd: 15 minuten

Slide 12 - Slide

Wat is zelfstandigwerken?
Afspraken met elkaar:
- opgaven individueel maken      - respectvol om gaan met elkaar
- rustig en in stilte                             - niet heen en weer lopen
-actief mee doen

Slide 13 - Slide

Zelfstandig werken
Wat: maak de opgave volgens je planning of mini so
Hoe: individueel (tenzij opdracht is met partner, geef het door)
Hulp: docent of uitleg in boek


Slide 14 - Slide

Afsluiting/huiswork
  • Zijn de lesdoelen bereikt? Wat heb je geleerd?
       - verschil met present simple en present continuous?
  • Vragen?
  • Huiswerk: Alle grammatica nalezen 
  • Volgende les: herhaling van alle grammatica

                               Bedankt en tot de volgende les




Slide 15 - Slide