Les 13 - P1 - 2 ¿En casa o con amigos? Comunicarse y destrezas

• Spaans
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 3

¡Bienvenidos a tu clase de español!

13

Hoy es viernes

-- de octubre de 2023

P1 / 2. ¿En casa o con los amigos? - comunicación y destrezas

Prepárate para esta clase

Maak je klaar voor de les

¡Importante!

• Tu portátil aún está cerrado; 

    Je laptop is nog dicht.

• Tu móvil está apagado, puesto en tu bolsa/mochila*, la cual está al suelo; Je mobiel is uitgeschakeld én zit in je tas/rugzak*, op de grond.

• Siempre tienes tu cuaderno, tu portátil y un bolígrafo;

   Schrift, laptop + pen heb je altijd bij je.

• ¡Haz caso y guarda el silencio!;

    Let op! Oren open en wees stil!...

• ¡Enfócate! Focus jezelf!

1) Vocabulario Capítulo 2 : 1-41

2) Gramática: Gustar, Doler (hh), Encantar e interesar. 

El programa de hoy

Los objetivos de esta clase

Jullie gaan in deze les:

1- Oefenen met een lees- en luisteropdracht 

2- Oefenen met een spreekopdracht

De doelen voor deze les

Vocabulario

Repasamos el vocabulario: Capítulo -2,  1-41 (NL-SP) + interrogativos

mannelijk/ vrouwelijk, enkelvoud meervoud

Tareas 4 t/m 7 (pág. 18)

<=Para estas tareas necesitas auriculares 

Voor deze opdrachten heb je oortjes nodig.

Comunicación; Hablando por teléfono

mannelijk/ vrouwelijk, enkelvoud meervoud

Leer WB , pág 19 tarea 1

Escuchar WB,  Pág. 19, tarea 2

Destrezas

mannelijk/ vrouwelijk, enkelvoud meervoud

¿ Cómo hacer la tarea? Hoe moet je deze taak doen?

1. Je maakt een geluidsopname (mp3)
2. Schrijf de tekst eerst op, maar probeer het zelf te spreken niet voorlezen 
3. Spreek luid en duidelijk, denk aan de uitspraakregels
4. Lukt het niet meteen? Neem het nog een keer op!
5. De opname lever je via de classroom in.

¿Cuándo entregar? Wanneer inleveren?

 Aan het begin van de eerste les na de vakantie

Comunicación: Tarea oral

mannelijk/ vrouwelijk, enkelvoud meervoud

¿ Qué tienes que hacer?; Wat moet je doen?

Je gaat een mondeling voorbereiden waarin je in het Spaans...:

1. Vertelt wie je bent,
2. Waar je woont,
3. Hoe oud je bent,
4. Over je familie vertelt,
5. Over je eventuele huisdier vertelt
6. Waar je op school zit 
7. Welk vak je leuk vindt en welke niet
8. Vertelt wat je op dit moment mee bezig bent,
9. Wat je graag doet of waar je van houdt
10. Wat je pas hebt gedaan

Comunicación: Tarea oral

APRENDE (LEER):  

VOCABULARIO 1-30 (NL-ESP)

vervoeging GUSTAR + DOLER

HAZ (MAAK):

ejercicios pág16: 6+7, pág 18 5 t/m 7

+ mondelinge opdracht uitschrijven

Los deberes para la próxima clase

(het huiswerk voor de volgende les...)

¡Mucha suerte!; veel succes!

y... ¿Qué has aprendido hoy?

¿Hay preguntas? (zijn er vragen?)