Voorbeeld: Nitraation = NO3-.
Het nitraat ion bestaat uit één stikstof (N) en drie zuurstof (O) deeltjes, de totale lading van dit ion is 1-. De kruisregel werkt hetzelfde als bij Chloor (ook 1-). alleen bij een getal zet je haakjes om de NO3.
Voorbeeld: Carbonaat ion = CO32-.
Het carbonaat ion bestaat uit één koolstof (C) en drie zuurstof (O) deeltjes, de totale lading van dit ion is 2-. De kruisregel werkt hetzelfde als bij zuurstof (ook 2-). alleen bij een getal zet je haakjes om de CO3.