Imparfait (IvOO)

• Frans
• Voortgezet speciaal onderwijs
• Leerroute 2

Imparfait  - o.v.t.

NL

ik deed

ik ging

ik praatte

ik maakte af

ik nam

ik was

ik had

Frans

stam

+

uitgangen

Stam

nous-vorm

ons eraf

parl (ons)

regard (ons)

finiss (ons)

choisiss (ons)

uitgangen

ais

ais

ait

ions

iez

aient

vb. gagner

stam: nous vorm -ons:

gagnons --> gagn

uitgang erachter:

tu: ais --> tu gagn ais

nous: ions --> nous gagn ions

vb. finir

stam: nous-vorm -ons = finissons --> finiss

 uitgang erachter:

je: ais -->je finiss ais

vous: iez --> vous finiss iez

vb. aller

stam: nous-vorm -ons 

allons --> all

 uitgang erachter:

il: ait --> il all ait

ils: aient --> ils all aient

avoir

stam: nous-vorm -ons

avons --> av

uitgang erachter:

je: ais --> j'av ais

vous: iez --> vous av iez

stam: nous-vorm -ons

faisons --> fais

uitgang erachter:

il : ait --> il fais ait

elles : aient --> elles fais aient

1 uitzondering

être..

waarom?

waarop eindigt nous-vorm être?

nous sommes

hier kun je geen -ons 

vanaf halen --> 

uitzondering:

stam imparfait ww être =

ét

imparfait être

ik was

jij was

hij, zij, men was

wij waren

jullie waren, u was

zij waren

nu jullie!

maak de imparfait...

jouer - jij speelde

rougir - jullie bloosden

adorer - hij was dol op

finir - ik maakte af

être - la voiture ... rapide.

Let op!!!

Het was = c'était

Het waren = c'étaient

Er was = il y avait

Er waren = il y avait

avoir - zij hadden