What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
imparfait - 3e classes.
Programme
1. Imparfait
2. Opdrachten Imparfait maken - bloc C
3. Liedje luisteren + opdracht imparfait
4. Vocabulaire slim stampen
1 / 39
next
Slide 1:
Slide
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
This lesson contains
39 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
45 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Programme
1. Imparfait
2. Opdrachten Imparfait maken - bloc C
3. Liedje luisteren + opdracht imparfait
4. Vocabulaire slim stampen
Slide 1 - Slide
Imparfait - de onvoltooid verleden tijd
Slide 2 - Slide
NL
ik deed
ik ging
ik praatte
ik maakte af
ik nam
ik was
ik had
Slide 3 - Slide
Frans
stam
+
uitgangen
Slide 4 - Slide
Stam
Stap 1:
nous-vorm van de présent
Stap 2:
ons
eraf
parler - parl
(ons)
finir - finiss
(ons)
vendre -vend
(ons)
Stap 3:
voeg de uitgang toe
Slide 5 - Slide
uitgangen
Je ais
Tu ais
Il/elle/on ait
Nous ions
Vous iez
Ils/elles aient
Slide 6 - Slide
Exemple: gagner
stam
: nous vorm -
ons:
gagnons --> gagn
uitgang
erachter:
tu: ais --> tu gagn ais
nous: ions --> nous gagn ions
Slide 7 - Slide
Exemple: finir
stam: nous-vorm -
ons
= finissons --> finiss
uitgang erachter:
je: ais -->je finiss ais
vous: iez --> vous finiss iez
Slide 8 - Slide
Exemple: aller
stam: nous-vorm -
ons
allons --> all
uitgang erachter:
il: ait --> il all ait
ils: aient --> ils all aient
Slide 9 - Slide
Exemple: avoir
stam: nous-vorm -
ons
avons --> av
uitgang erachter:
je: ais --> j'av ais
vous: iez --> vous av iez
Slide 10 - Slide
Exemple: faire
stam: nous-vorm -ons
faisons --> fais
uitgang erachter:
il : ait --> il fais ait
elles : aient --> elles fais aient
Slide 11 - Slide
1 uitzondering
être..
waarom?
Slide 12 - Slide
waarop eindigt nous-vorm être?
Slide 13 - Slide
nous sommes
hier kun je geen -
ons
vanaf halen -->
uitzondering:
stam imparfait ww être =
ét
Slide 14 - Slide
imparfait être
ik was
jij was
hij, zij, men was
wij waren
jullie waren, u was
zij waren
Slide 15 - Slide
nu jullie!
maak de imparfait...
Slide 16 - Slide
Jij speelde (jouer)
A
Tu as joué
B
Tu joué
C
Tu jouais
D
Tu joues
Slide 17 - Quiz
Zij hadden (avoir)
A
Ils vont
B
Ils avaient
C
Il avaient
D
Ils avont
Slide 18 - Quiz
jullie bloosden (rougir)
A
Vous rougissiez
B
Vous rougissez
C
vous rougiez
D
Vous rougez
Slide 19 - Quiz
hij was dol op (adorer)
A
il adoré
B
il a adoré
C
il adorait
D
il adorez
Slide 20 - Quiz
Hij maakte af (finir)
A
Il finit
B
il finissé
C
il finissait
D
il finissaient
Slide 21 - Quiz
Let op!!!
Het was = c'était
Er was = il y avait
Er waren = il y avait
Slide 22 - Slide
La voiture ...... rapide (être)
A
été
B
était
C
étez
Slide 23 - Quiz
Nous ....... contents (être)
A
sommes
B
étions
C
était
Slide 24 - Quiz
Elles ....... français (parler)
A
parlent
B
parlions
C
parlaient
D
parlait
Slide 25 - Quiz
Imparfait - Exemple
Stap
1: nous-vorm présent
Stap 2
: -ons
Stap 3
: + uitgang
Exemple: écouter - luisteren
nous écoutons
écout
il écoutait
Slide 26 - Slide
Combineer de personen met de juiste uitgangen van de imparfait
-ais
-ais
- ait
- ions
- iez
-aient
Je
Tu
il/elle/on
Nous
Vous
Ils / elles
Slide 27 - Drag question
Koppel de persoonlijke voornaamwoorden aan het juiste werkwoord.
avait
parlais
habitions
faisaient
étais
achetiez
tu
nous
ils
vous
il
je
Slide 28 - Drag question
Imparfait
Welke vorm is GEEN imparfait?
A
C'était
B
Nous chantons
C
Il y avait
D
Je voulais
Slide 29 - Quiz
IMPARFAIT. Wat zijn de juiste uitgangen van de imparfait?
A
ai, as, a ons, ez, ont
B
ais, ais, ait, ions, iez, aient
C
e, es, e, ons, ez, ent
D
a, ez, ont, ais, et
Slide 30 - Quiz
Wat is de imparfait van etre?
ik was =
A
je sommais
B
je sommerai
C
j'étais
D
j'éterais
Slide 31 - Quiz
Je (trouver, imparfait)
A
trouvait
B
trouve
C
trouvais
D
trouvai
Slide 32 - Quiz
Nous (avoir, imparfait)
A
avons
B
avions
C
aivons
D
avoins
Slide 33 - Quiz
Micheal .... le tennis il y a trois ans. (faire - imparfait)
Slide 34 - Open question
Nous .... souvent au club à dix-huit ans. (partir-imparfait)
Slide 35 - Open question
Elle.... à la piscine. (être)
Slide 36 - Open question
uitgangen herhaling
Je ais
Tu ais
Il/elle/on ait
Nous ions
Vous iez
Ils/elles aient
Slide 37 - Slide
fr.islcollective.com
Slide 38 - Link
Grandes Lignes - Chap. 5 - Bloc C
Livres de textes - page 58
Faire les exercices :
Bloc C - 13b/c/d - 14 a/b/c - 15a
Vocabulaire - Bloc B - slim stampen
Planner op ELO! met maak en leerwerk.
Slide 39 - Slide
More lessons like this
Imparfait
December 2018
- Lesson with
24 slides
Frans
Voortgezet speciaal onderwijs
Imparfait
December 2020
- Lesson with
23 slides
Frans
Voortgezet speciaal onderwijs
Imparfait (IvOO)
January 2024
- Lesson with
24 slides
Frans
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute 2
Chapitre 5 les 4
March 2020
- Lesson with
29 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
chapitre 2 imparfait
February 2024
- Lesson with
16 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
chapitre 2 imparfait
October 2024
- Lesson with
16 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
chapitre 2 imparfait
October 2024
- Lesson with
16 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
chapitre 2 imparfait
October 2024
- Lesson with
16 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3