Themawoorden thema 4

Themawoorden
1 / 20
next
Slide 1: Slide
TaalBasisschoolGroep 4

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Themawoorden

Slide 1 - Slide

welke antwoorden horen er bij de levensfase?
A
de peuter
B
iets van vroeger
C
de volwassene
D
iets van nu

Slide 2 - Quiz

Modern is iets van vroeger
A
goed
B
fout

Slide 3 - Quiz

modern is iets van nu
ouderwets is iets van vroeger

Slide 4 - Slide

kleding die bij een bepaald beroep hoort heet:
A
kleding
B
een jas
C
een pak
D
het uniform

Slide 5 - Quiz

iets wat je meegemaakt hebt noem je:
A
het verslag
B
opgroeien
C
de ervaring
D
de bejaarde

Slide 6 - Quiz

Ik hou van spruitjes! Ik heb er een hekel aan.
klopt deze zin?
A
goed
B
fout

Slide 7 - Quiz

een hekel hebben aan 

als je er helemaal niet van houd. 

Slide 8 - Slide

het feest van twee mensen die trouwen heet:
A
de bruidegom
B
het bruidsmeisje
C
de bruiloft
D
de receptie

Slide 9 - Quiz

een lang stuk stof aan de achterkant van een trouwjurk heet:
A
het feestmaal
B
het bruidsmeisje
C
de bruidegom
D
de sleep

Slide 10 - Quiz

iets vertellen aan een heleboel mensen tegelijk heet:
A
de receptie
B
de toespraak
C
het feestmaal
D
de bruiloft

Slide 11 - Quiz

de man die trouwt.
A
de bruiloft
B
het bruidsmeisje
C
de bruidsman
D
de bruidegom

Slide 12 - Quiz

de ochtend van de dag na vandaag heet:
A
morgenochtend
B
gisteravond
C
morgenmiddag
D
vandaag

Slide 13 - Quiz

de middag van de dag na vandaag heet:
A
morgenochtend
B
gisteravond
C
morgenmiddag
D
vandaag

Slide 14 - Quiz

wat is een pictogram?

Slide 15 - Slide

wat betekend deze pictogram:

Slide 16 - Open question

wat betekend deze pictogram?

Slide 17 - Open question

wat betekend deze pictogram?

Slide 18 - Open question

wat betekend deze pictogram?

Slide 19 - Open question

opdracht 

Slide 20 - Slide