Blok 1, Les 1: wonen

• Taal
• Basisschool
• Groep 7

Wonen

Het appartementencomplex

Een gebouw dat bestaat uit meerdere woningen, bijvoorbeeld een flat. 

De ballustrade

Een hek wat om een balkon heen zit. 

De beganegrond

De benedenverdieping, verdieping 0. 

Ben je wel eens in een appartement geweest? Zo ja, waar/wanneer?

Betreden

Ergens naar binnen gaan.

Wanneer mag je een plek niet betreden?

Wat betekent 'betreden op eigen risico'?

1. Je mag hier niet in.
2. Als je hierin gaat en er gebeurt is, dan is het je eigen schuld.
3. Je bent vrij om hier naar binnen te gaan.
4. Het is hier gevaarlijk.

Het bordes 

Een stoep bovenaan trappen (vaak van een deftig gebouw).

Het gehucht

Een klein dorpje waar bijna niks is.

De huisvesting

De plek waar je woont.

Ruimte beslaan

Een plek innemen.

De verblijfplaats / verblijven

De plek waar je een poosje woont of logeert / ergens een poosje wonen of logeren. 

Waar was jouw verblijfplaats deze vakantie?

Hoe was je gehuisvest?

De ventilatie / ventileren

De luchtverversing / het verversen van lucht.

Manieren van
ventileren