What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
35. Thema 5, week 1 Les 1a - wonen
1 / 17
next
Slide 1:
Slide
Taal
Basisschool
Groep 7
This lesson contains
17 slides
, with
text slides
.
Lesson duration is:
30 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
lesdoel
Ik leer twaalf woorden die met wonen te maken hebben en ik kan met deze woorden opdrachten maken.
Slide 2 - Slide
Onderstreep de woorden in het verhaal!
Slide 3 - Slide
het appartementencomplex
een gebouw dat bestaat uit meerdere woningen
Wie woont er in
een appartementencomplex
? De juf woont in een woonhuis en niet in een appartement.
Slide 4 - Slide
de balustrade
een hek dat om een balkon heen zit
Een balustrade
kan ook in een huis of gebouw zijn. zoals je ziet op deze foto.
Slide 5 - Slide
de begane grond
de benedenverdieping
Als je een appartementencomplex betreedt kom je binnen op
de begane grond
.
Slide 6 - Slide
betreden
ergens naar binnen gaan
De moskee mag je niet
betreden
met je schoenen aan.
De school
betreed
ik wel met mijn schoenen aan.
Slide 7 - Slide
het bordes
een stoep bovenaan trappen van een deftig gebouw
De foto van een nieuw kabinet wordt altijd gemaakt op
het bordes
van het paleis van de koning.
Slide 8 - Slide
het gehucht
een klein dorpje
Persingen is
een gehucht;
er staan maar 35 huizen en er wonen maar 90 mensen. Hilversum is
geen gehucht
, want hier wonen 91.000 mensen.
Slide 9 - Slide
de huisvesting
de plek waar je woont
Op dit moment heeft niet iedere inwoner van Nederland
huisvesting
, want er zijn te weinig huurwoningen.
Slide 10 - Slide
ruimte beslaan
plek innemen
Het bankstel neemt veel ruimte in beslag, het
beslaat
minstens de halve kamer.
Slide 11 - Slide
de ventilatie
de luchtverversing
Om het coronavirus geen kans te geven is de
ventilatie
belangrijk. Is er geen goede
ventilatie
dan moet je ramen openzetten.
Slide 12 - Slide
ventileren
werkwoord
het verversen van lucht
Ik ventileer
Hij ventileert
Wij ventileren
Ik ventileerde
Hij ventileerde
Wij ventileerden
Ik heb geventileerd
Het is belangrijk om gebouwen goed te
ventileren
.
Ik
ventileer
mijn slaapkamer ook goed, ik heb altijd de ramen openstaan.
Slide 13 - Slide
de verblijfplaats
de plek waar je een tijdje woont of logeert
Als ik op vakantie ga heb ik geen vaste
verblijfplaats
. Ik trek dan rond met mijn tent.
Slide 14 - Slide
verblijven
werkwoord
ergens een tijdje logeren of wonen
Ik verblijf
Hij verblijft
Wij verblijven
Ik verbleef
Hij verbleef
Wij verbleven
Ik heb verbleven
Sommige mensen
verblijven
tijdens hun vakantie in een hotel.
Ik
verblijf
in een
tent
e
n sommigen
verblijven
bij familie.
Slide 15 - Slide
Taal
I Thema 5, week 1
Les 1a
OPGAVE 1d
Slide 16 - Slide
leerkracht.snappet.org
Slide 17 - Link
More lessons like this
Blok 1, Les 1: wonen
August 2022
- Lesson with
18 slides
Taal
Basisschool
Groep 7
taal woordenschat
December 2023
- Lesson with
14 slides
Taal
Basisschool
Groep 7
Taal 16-1-2024
January 2024
- Lesson with
11 slides
Taal
Basisschool
Groep 7
Taal blok 5, les 1A en 1B
January 2021
- Lesson with
18 slides
Taal
Basisschool
Groep 7
D2ATh3 B5 Gezonde lucht lln
April 2019
- Lesson with
11 slides
Biologie
Middelbare school
vmbo k, g, t, mavo
Leerjaar 2
Taal thema 1 en 2
September 2017
- Lesson with
15 slides
Taal
Basisschool
Groep 7
BOUWFYS_P4_LES 2 - VENTILATIEBEREKENING
April 2023
- Lesson with
19 slides
BOUWFYSICA
MBO
Studiejaar 2
ventilatietoets quiz
October 2024
- Lesson with
15 slides
installatietechniek
MBO
Studiejaar 2