Herhaling - H4 Industriële Revolutie

Herhaling H4 Industriële Revolutie
Welkom bij de herhaling van hoofdstuk 4: De Industriële Revolutie. Je mag je papieren boek erbij gebruiken om eventueel de antwoorden op te zoeken.
1 / 15
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Herhaling H4 Industriële Revolutie
Welkom bij de herhaling van hoofdstuk 4: De Industriële Revolutie. Je mag je papieren boek erbij gebruiken om eventueel de antwoorden op te zoeken.

Slide 1 - Slide

1. In welke tijdsperiode speelt hoofdstuk 4 zich af?
A
In de 16e en 17e eeuw
B
In de 17e en 18e eeuw
C
In de 18e en 19e eeuw
D
In de 20e en 21e eeuw

Slide 2 - Quiz

§4.1 Van handwerk naar machine

Slide 3 - Slide

2. Leg de volgende begrippen in eigen woorden uit: industrialisatie en huisnijverheid.

Slide 4 - Open question

3. Waardoor trokken veel mensen van het platteland naar de stad toe?
A
Daar was eten
B
Daar was werk
C
Daar waren woningen
D
Daar was hun familie

Slide 5 - Quiz

4. Noem een oorzaak van de Industriële Revolutie

Slide 6 - Open question

Oorzaken
  1. Agrarische revolutie -> verbetering landbouw.
  2. Groeiende bevolking en toenemende vraag naar katoen i.p.v. wol.
  3. Groeiend aantal arbeidskrachten -> boeren naar de stad.
  4. Goedkope grondstoffen zoals katoen beschikbaar.
  5. Grote voorraden steenkool en ijzererts.
  6. Uitvinding van nieuwe machines.

Slide 7 - Slide

5. Noem nu eens een gevolg van de Industriële Revolutie.

Slide 8 - Open question

Gevolgen
  1. Van landbouwsamenleving naar industriële samenleving -> massaproductie
  2. Snellere vormen van transport en een betere infrastructuur.
  3. Steden groeien en worden raakten dichterbevolkt.
  4. Zware luchtverontreiniging door het zware werk in de fabrieken.
  5. 1800 -> nieuwe periode oftewel de Moderne tijd is begonnen.
  6. Opwarming van de aarde.

Slide 9 - Slide

§4.2 De Industriële samenleving

Slide 10 - Slide

6. Leg in 2 zinnen uit hoe de werk- en leefomstandigheden van de arbeiders waren.

Slide 11 - Open question

7. Welke uitvindingen werden er in de 19e eeuw gedaan?

Slide 12 - Open question

8. Waarover gaat de wetenschap van de sociologie?
A
Ultrahippe influencers uit de 19e eeuw
B
Hoe je social media beheert in de 19e eeuw
C
Hoe sociale wetgeving ontstond.
D
Hoe de samenleving werkt.

Slide 13 - Quiz

9. Welke klassen ontstaan er in de klassenmaatschappij? Geef bij elk een voorbeeld.

Slide 14 - Open question

10. Voeg een afbeelding toe die met de nieuwe wetenschappen te maken hebben: sociologie, psychiatrie, psychologie of het darwinisme.

Slide 15 - Open question