2.4 Dichtheid

§2.4 Dichtheid
1 / 23
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

§2.4 Dichtheid

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen vandaag?
  • Toets H2 Stoffen (Vrijdag week 41 )
  • Herhaling 1.3      
  • Uitleg paragraaf 1.4        
  • Zelfstandig werken         
  • Afsluiting/Vragen 1.4

Slide 2 - Slide

 Herhaling 1.3 Massa & volume
  • massa zegt iets over hoe zwaar iets is 
  • de eenheid van massa is kilogram (Kg) of gram (g)
  • massa meet je met een weegschaal

Slide 3 - Slide

VOLUME
Volume zegt iets hoeveel ruimte een voorwerp inneemt  
volume wordt ook wel eens inhoud genoemd  
de eenheid van volume is liter of kubieke meter 
volume kun je berekenen:  
  • lengte x breedte x hoogte
  • of bepalen met de onderdompelmethode

Slide 4 - Slide

Dichtheid:Iemand een idee wat dat is?

Slide 5 - Slide

Lesdoelen
  1. Je kunt uitleggen wat de dichtheid van een stof is en in welke eenheid dichtheid uitgedrukt wordt. 
  2. Je kunt uitleggen waarom dichtheid een stofeigenschap is en wanneer stoffen 'licht' of 'zwaar' zijn. 
  3. Je kunt de dichtheid van een stof bepalen als de massa en het volume gegeven zijn. 
  4. Je kunt aan de hand van dichtheid van stoffen uitleggen waarom een stof zinkt, zweeft of drijft. (plusstof)

Slide 6 - Slide

Introductie
Mensen zeggen vaak dat de ene stof zwaarder of lichter is dan de andere. Als iemand vraagt: “Waarom worden velgen vaak van aluminium gemaakt?” zeggen ze zoiets als: “omdat aluminium een heel licht metaal is” of: “omdat aluminium veel lichter is dan staal”.

Slide 7 - Slide

Stoffen met elkaar vergelijken
Hoe kun je nagaan dat aluminium lichter is dan staal? Daarvoor moet je de twee stoffen ‘eerlijk’ met elkaar vergelijken. Je kunt niet zomaar een aluminium en een stalen voorwerp wegen: een aluminium fietsframe kan best zwaarder zijn dan een stalen fietsstuur.

Slide 8 - Slide

Een eerlijke vergelijkingsmethode werkt als volgt:  
1 Neem van elke stof een blokje van 1 cm3 (figuur 1).  
2 Bepaal de massa van elk blokje met een weegschaal.  
3 Het blokje met de kleinste massa is gemaakt van de ‘lichtste’ stof. 
Een aluminium blokje van 1 cm3 heeft een massa van 2,7 g. Een stalen blokje van 1 cm3 heeft een massa van 7,9 g. Aluminium is dus ongeveer drie keer zo licht als staal.

Slide 9 - Slide

Dichtheid
Heeft te maken met

Massa

&

Volume

Slide 10 - Slide

Dichtheid

Massa weeg je met een weegschaal


Volume bereken je (of meet je)

Slide 11 - Slide

Massa moet je wegen


Slide 12 - Slide

Volume
Berekenen door: 
 l x b x h (zie bord)

of door             

 of door onderdompelmethode
π
πr2h

Slide 13 - Slide

Dichtheid
is een stofeigenschap

Je wilt weten hoeveel gram, 1 mL weegt

Dat is hetzelfde als hoeveel gram, 1            weegt

dus


cm3
cm3g

Slide 14 - Slide

Dichtheid (rekenvoorbeeld)
Een blokje van 3 bij 4 bij 5 cm heeft een volume van:
60 cm^3

Dit blokje weegt 30 gram

dichtheid = massa / volume:


ρ=Vm

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

Wie wil er meer.... ?


Met hulp van een proefopstelling leg ik het graag nog eens uit

Slide 17 - Slide

Opdrachten maken

  • Wat: lees  en maak opgaven 38, 39, 41, 42, 45, 46  van H 1.4 op blz. 34 t/m 37 .     
  • Hoe: helemaal stil!        
  • Hulp: docent     
  • Tijd:  20 minuten lang       
  • Huiswerk: opdrachten 36, 37, 40, 43, 44 en 47 van paragraaf H1.4 op blz. 34 t/m 37.   
  • Klaar?: ga bezig met Plus opgaven en paragraaf H 1.4.
timer
20:00

Slide 18 - Slide

Stel je voor: je docent geeft je de opdracht om de dichtheid van messing te bepalen. Je krijgt een rechthoekig blokje van messing om daarmee te werken.
Welke twee grootheden ga je om te beginnen meten?

Slide 19 - Open question

Bereken de dichtheid van de stoffen waarvan voorwerpen uit de figuur gemaakt zijn, op één cijfer achter de komma.
Schrijf alle berekeningen op.
massa= 6 g en volume = 5 cm3

Slide 20 - Open question

Bereken de dichtheid van de stoffen waarvan voorwerpen uit de figuur gemaakt zijn, op één cijfer achter de komma.
Schrijf alle berekeningen op.
massa= 27 g en volume = 10 cm3

Slide 21 - Open question

Lesdoel


Je weet wat dichtheid is en hoe je met dit begrip rekent
ρ=Vm

Slide 22 - Slide

Volgende les
Verder met huiswerk

paragraaf 2.4
(kom met vragen....)

Slide 23 - Slide