4.4

• Natuurkunde / Scheikunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

4.4 Vermogen

Pak je spullen

Herhalen

Welke type schakelingen zijn dit?

Wat gebeurt er met stroom en spanning bij deze

 schakelingen?

Wat gaan we leren?

Uitleggen wat het vermogen is

Je kan het vermogen berekenen

Je kan het formule voor het vermogen ombouwen

Vermogen! 

Vermogen is hoeveelheid elektrische energie

die een apparaat verbruikt.

Hogere vermogen = meer energie

Vermogen

Vermogen geven wij weer met W (Watt).

Wat is het vermogen van een lampje? Over het lampje staat 6V en door het lampje stroomt 0.33 A.

Formule omschrijven

Let op!

Capaciteit doen we niet (4.4)

Tijdens het starten van een auto levert de accu van 12 V een stroom van 50 A. Hoeveel vermogen levert het batterij?

1. 600 W
2. 60 W
3. 6 W
4. 62 W

Een koffiezetapparaat heeft een vermogen van 1500W bij een spanning van 230V. Hoe groot is de stroomsterkte door dit apparaat?

1. 65 A
2. 6,5 A
3. 1270 A
4. 1 A

Een lamp levert een stroomsterkte van 0,5A bij een spanning van 230V. Hoe groot is het vermogen van deze lamp?

1. 115 W
2. 11,5 W
3. 105 W
4. 460 W

Ik weet hoe ik een formule kan uitkiezen.

1. Compleet oneens
2. Beetje oneens
3. Beetje eens
4. Compleet eens

Ik weet waar ik moet beginnen.

1. Compleet oneens
2. Beetje oneens
3. Beetje eens
4. Compleet eens

Ik weet hoe ik alles duidelijk moet opschrijven

1. Compleet oneens
2. Beetje oneens
3. Beetje eens
4. Compleet eens

HW

1-8 (4.4)