5V 15 septembre lire A hst 1

Mercredi 15 septembre 
Objectif d'apprentissage: lire un texte sur les bons gestes  s'exercer avec le dictionaire et réviser le vocabulaire.
1 / 17
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 17 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Mercredi 15 septembre 
Objectif d'apprentissage: lire un texte sur les bons gestes  s'exercer avec le dictionaire et réviser le vocabulaire.

Slide 1 - Slide

Les 1 en begin les 2
Luistervaardigheid opdracht

Lire A
Tekst lezen en maken
Woordenboek opdracht
 einde Les 2

vocabulaire herhalen met behulp van spel in groepjes.

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Link

Lire A p. 10
Regarde le texte, le titre, l'image et les sous-titre.
Waar gaat de tekst over? 

Slide 4 - Slide

Exercice 5a
Kijk naar vraag 1 en 2 en geef hier antwoord op.

Slide 5 - Slide

Exercice 5b / globaal lezen
Wat komt met elkaar overeen? 
Geef in de tekst aan waar je het gevonden hebt.
Ga vervolgens op dezelfde manier verder met opdracht 5c

Slide 6 - Slide

Dictionaire 
Lees de tuyau bij exercice 7
Ga vervolgens aan de slag met 7b en 7c 
Volgende week gaan we hier mee verder aan de slag. 

Slide 7 - Slide

Au travail
Faire ex. 5 et 7
Onderstreep in de tekst waar je het antwoord gevonden hebt.

Slide 8 - Slide

vocabulaire
Faites des groupes de  4  personnes.
Prenez votre livre de vocabulaire et un stylo.
Vous allez voir des thémes différents.
Le but --> notez en 3 minutes le plus de mots possible par rapport au théme. 

Slide 9 - Slide

théme 1 / personnes

Slide 10 - Slide

thème 2/ l'école

Slide 11 - Slide

Thème 3/ verbes en -er 

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Vocabulaire
Pak chapitre 1 van het examenidioom.
Schrijf op één blad 10 Franse woorden FR-NL en 3 woorden NL-FR.
Schrijf op het andere blad de Nederlandse vertaling.
Leg het blad met de antwoorden omgedraaid op tafel en de lijst met opgaves zichtbaar op tafel. 

Slide 15 - Slide

Vocabulaire 
Kijk naar de woorden van chapitre 2 van de vocabulaire.
Sorteer de woorden die bij elkaar horen. Zet ze weg onder een bepaalde thema bijv. 

Slide 16 - Slide

vocabulaire 

Slide 17 - Slide