MK 3.2 Zien

Van prikkel naar bewustwording
Zenuwen
Prikkel
Zintuig
Waarneming
1 / 51
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, mavoLeerjaar 1

This lesson contains 51 slides, with interactive quizzes, text slides and 5 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Van prikkel naar bewustwording
Zenuwen
Prikkel
Zintuig
Waarneming

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Hoofdstuk 2 - Bewegen
Vandaag: 

- herhaling vorige week
- nieuwe stof
- aan opdrachten werken (ik check hw, bespreken)
- toets bespreken
zet alvast in je agenda: toets -->
18 februari
want
3.1 : vorige week 
3.2: deze week
3.3: volgende week
3.4: week daarop
dan TOETS

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

herhaling :

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Hoofdstuk 2 - Bewegen
Leerdoelen 3.1 Zintuigen en prikkels:

  • Je kunt de zintuigen in je lichaam benoemen en noemen welke prikkel ieder zintuig opvangt. 
  • Je kunt uitleggen hoe je lichaam op prikkels reageert.
  • Je kunt uitleggen hoe berichten van zintuigen en hersenen door je lichaam gaan.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

is het blijven hangen?
we gaan het checken!

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Zintuig
Prikkel
Oog
gehoorzintuig
geluid
Oor
lichtzintuig
licht
Neus
reukzintuig
geurstoffen
Tong
smaakzintuig
smaakstoffen
Huid
warmtezintuig
lagere temperaturen
Huid
koudezintuig
hogere temperaturen
Huid
tastzintuig
hoe voelt een voorwerp aan
Huid
pijnzintuig
pijn
geluid
licht
smaakstoffen
pijn
gehoorzintuig
lichtzintuig
reukzintuig
warmtezintuig
koudezintuig
tastzintuig
pijnzintuig

Slide 9 - Drag question

This item has no instructions

Je loopt langs Cafetaria De Patatterie in Wijchen en 
ruikt de geur van friet. Wat is de juiste volgorde?
De zenuwen vervoeren het bericht naar de hersenen.
Het bericht komt aan in de hersenen.
Het reukzintuig vangt een prikkel op.
Het reukzintuig zet een prikkel om in een bericht voor de hersenen.
Hier ontstaat bewustwording van de geur. Je ruikt nu de friet.

Slide 10 - Drag question

This item has no instructions

Vul het ontbrekende woord in.

Zintuigen zetten ... om in berichten.
A
bewust
B
hersenen
C
prikkels
D
ruggenmerg

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Berichten gaan via zenuwen naar je hersenen. Daar word je je ... van je waarnemingen.
A
bewust
B
hersenen
C
prikkels
D
ruggenmerg

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Via zenuwen sturen je ... berichten terug naar je lichaam.
A
bewust
B
hersenen
C
prikkels
D
ruggenmerg

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Je hersenen, zenuwen en ... vormen samen je zenuwstelsel.
A
bewust
B
hersenen
C
prikkels
D
ruggenmerg

Slide 14 - Quiz

mee op het bord:
zintuig: prikkel -> bericht
zenuw: bericht naar hersenen

in hersenen merk je pas dat prikkel er is: bewust. hersenen gaan beslissen hoe te reageren
[in hersenen bewust (wat is er aan de handig) en reactie word bedacht]

vanuit hersenen: bericht naar via zenuwen naar spier


nieuwe stof -->

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

2.1 - Botten
3.2 Zien

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Hoofdstuk 2 - Bewegen
Leerdoelen 3.2 Zien:
  • Je kunt de namen van de onder-                                   delen van je oog benoemen.
  • Je kunt uitleggen hoe je ogen werken.
  • Je kunt uitleggen waardoor er steeds                         genoeg licht in je oog komt.
  • Je kunt uitleggen waardoor je scherp                                   kunt zien en hoe je diepte kunt zien.
  • Je kunt uitleggen waarom iemand                                 een bril nodig heeft.

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Wimpers:
haren aan de oogleden, die je ogen tegen stof en zweet beschermen.
Wenkbrauw:
haren boven je ogen, die je ogen tegen stof en zweet beschermen.
Traanklier:
een klier boven je oog, maakt traanvocht dat je ogen tegen uitdrogen beschermt en het stof wegspoelt.
Oogspier:
je oogbollen zitten met spieren vast aan de oogkassen, dankzij de oogspieren kunnen je ogen alle kanten op draaien/bewegen.
Pupil:
opening in de iris, wordt bij weinig licht groter en bij veel licht kleiner.
Iris:
gekleurde deel van het vaatvlies.
Harde oogvlies & oogwit:
ligt om de iris heen, is het deel van het harde oogvlies wat je kunt zien.
Oogleden:
verspreiden traanvocht over je ogen en beschermen je ogen tegen stof en zweet.
Traanbuis:
hierdoor stroomt traanvocht met vuil vanuit je ogen naar je neus.
Tip: kijk in je boek op blz. 118

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Tip: kijk in je boek op blz. 118
harde oogvlies / oogwit
pupil
traanbuis
traanklier
wenkbrauw
wimpers
iris
ooglid
oogspier

Slide 19 - Drag question

This item has no instructions

4

Slide 20 - Video

SCHRIJF MEE MET WERKBLAD
00:48
Wat is de functie van je oogzenuw?

Slide 21 - Open question

This item has no instructions

01:20
Het harde oogvlies en het ... horen bij elkaar, want ze zijn van hetzelfde vlies gemaakt.
A
hoornvlies
B
iris
C
netvlies
D
vaatvlies

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

01:56
Het vaatvlies en het ... horen bij elkaar, want ze zijn van hetzelfde vlies gemaakt.
A
harde oogvlies
B
hoornvlies
C
iris
D
netvlies

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

02:40
Waar zorgt je lens voor?

Slide 24 - Open question

This item has no instructions

Harde oogvlies:
- deze laag beschermt alles wat binnen in het oog ligt;
- loopt aan de voorkant over in het hoornvlies.

Vaatvlies:
- hierin liggen de bloedvaten;
- loopt aan de voorkant over in de iris.

Netvlies:
- binnenste laag oogbol. hier wordt de prikkel 'licht' omgezet in een bericht

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Je weet nu hoe het oog eruit ziet


hoe werkt het oog?
- licht (pupilreflex)

- scherpte/diepte zien

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Slide 27 - Video

spieren in iris

Slide 28 - Video

This item has no instructions

Slide 29 - Video

ooglens zorgt voor scherp zien
Bolle lens:



je ziet voorwerpen van dichtbij scherp.
Platte lens:


je ziet voorwerpen van veraf scherp.

Slide 30 - Drag question

This item has no instructions

Slide 31 - Slide

eventueel
Je weet nu hoe het oog eruit ziet


hoe werkt het oog?
- licht (pupilreflex):
veel licht? -> spieren in iris trekken samen -> pupil wordt klein
- scherpte:
de lens kan boller (dichtbij) en platter worden (ver weg)

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Hoofdstuk 2 - Bewegen
Leerdoelen 3.2 Zien:
  • Je kunt de namen van de onder-                                   delen van je oog benoemen.
  • Je kunt uitleggen hoe je ogen werken.
  • Je kunt uitleggen waardoor er steeds                         genoeg licht in je oog komt.
  • Je kunt uitleggen waardoor je scherp                                   kunt zien en hoe je diepte kunt zien.
  • Je kunt uitleggen waarom iemand                                 een bril nodig heeft.

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

huiswerkwerk in planagenda 27 januari

Lezen bladzijde: 117 t/m 127

maak opgave: 2, 3, 5, 7, 8, 9, 14, 17, 19, 20 




Slide 34 - Slide

This item has no instructions

nu te doen:

Lezen bladzijde: 117 t/m 127

maak opgave: 2, 3, 5, 7, 8, 9, 14, 17, 19, 20 



Klaar? Lees de volgende paragraaf 3.3 goed door.

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

hw opdrachten bespreken
(opdr.  opdr 3, 4, 5, 8, 9, 10)
&
 toets bespreken!!

Slide 36 - Slide

This item has no instructions

klaaaar!

Slide 37 - Slide

This item has no instructions

Leg uit hoe hoofdpijn kan ontstaan als het veel moeite kost om de lens scherp te stellen.
A
Dat ligt aan de hoeveelheid alcohol die je gedronken hebt.
B
Het kost de hersenen te veel energie om dit steeds te doen.
C
Het kost de iris te veel energie om dit steeds te doen.
D
Je bent te eigenwijs om je bril op te zetten.

Slide 38 - Quiz

This item has no instructions

Pak je boek erbij op blz. 125

Slide 39 - Slide

This item has no instructions

Slide 40 - Slide

This item has no instructions

Slide 41 - Video

This item has no instructions

Hoofdstuk 2 - Bewegen
Leerdoelen 3.2 Zien:
  • Je kunt de namen van de onder-                                   delen van je oog benoemen.
  • Je kunt uitleggen hoe je ogen werken.
  • Je kunt uitleggen waardoor er steeds                         genoeg licht in je oog komt.
  • Je kunt uitleggen waardoor je scherp                                   kunt zien en hoe je diepte kunt zien.
  • Je kunt uitleggen waarom iemand                                 een bril nodig heeft.

Slide 42 - Slide

This item has no instructions

2.1 - Botten
3.3 Horen

Slide 43 - Slide

This item has no instructions

Hoofdstuk 2 - Bewegen
Leerdoelen 3.3 Horen 19 t/m 25 december:
  • Je kunt de namen van de onderdelen van je gehoorzintuig benoemen.
  • Je kunt uitleggen hoe je oren werken.
  • Je kunt uitleggen welke geluiden je kunt horen.
  • Je kunt uitleggen hoe de                                         luchtdruk in de trommelholte                                         geregeld wordt.


Slide 44 - Slide

This item has no instructions

Weektaak 19 t/m 25 december:

Leren: 3.1 + 3.2 + 3.3 = blz. 111 t/m 135
Maken: opdrachten 3.3 = blz. 128 t/m 135
               Verplicht: 

Zorg dat de verplichte opdrachten voor de volgende les gemaakt zijn.

Lees voor de volgende les paragraaf 3.4 goed door.

Slide 45 - Slide

This item has no instructions

2.1 - Botten
3.4 Ruiken en proeven

Slide 46 - Slide

This item has no instructions

Hoofdstuk 2 - Bewegen
Leerdoelen 3.4 Ruiken en proeven:
  • Je kunt uitleggen hoe je reukzintuig werkt.
  • Je kunt uitleggen hoe je smaakzintuig werkt.
  • Je kunt uitleggen hoe je reuk- en smaakzintuigen samenwerken.

Slide 47 - Slide

This item has no instructions

Weektaak 9 t/m 15 januari:

Leren: 3.1 + 3.2 + 3.3 + 3.4 = blz. 111 t/m 141
Maken: opdrachten 3.4 = blz. 136 t/m 141
               Verplicht: 

Zorg dat de verplichte opdrachten voor de volgende les gemaakt zijn.

Lees voor de volgende les paragraaf 3.5 goed door.

Slide 48 - Slide

This item has no instructions

2.1 - Botten
Samenhang
Samenvatten
Test jezelf

Slide 49 - Slide

This item has no instructions

Weektaak 16 t/m 22 januari:

Leren: hoofdstuk 3 = blz. 111 t/m 156
Maken: samenhang, samenvatten en test jezelf

Zorg dat test jezelf voor de toets gemaakt zijn.

Lees voor de volgende les hoofdstuk 3 nog een keer goed door.

Slide 50 - Slide

This item has no instructions

2.1 - Botten
Proefwerk in de week van 30 januari 2023

Slide 51 - Slide

This item has no instructions