This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 90 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Babyfase (0-2 jaar): In deze fase vindt de meeste fysieke groei plaats. Baby’s leren basisvaardigheden zoals zitten, kruipen, staan en lopen. Ze beginnen ook taal te begrijpen en te gebruiken.
Peuter- en kleuterfase (2-6 jaar): Kinderen ontwikkelen hun motorische vaardigheden verder en beginnen sociale vaardigheden te leren. Ze worden zelfstandiger en beginnen de wereld om hen heen te verkennen.
Kindertijd (6-12 jaar): In deze fase gaan kinderen naar school, waar ze academische en sociale vaardigheden ontwikkelen. Ze beginnen ook hun eigen identiteit te vormen en vriendschappen te sluiten.
welke fasen behoren bij kind zijn?
Slide 4 - Mind map
Adolescentie (12-18 jaar): Dit is een periode van snelle fysieke, emotionele en sociale veranderingen. Jongeren zoeken naar hun eigen identiteit en onafhankelijkheid, en beginnen vaak met het maken van belangrijke levenskeuzes.
wat zijn kenmerken van adolescentie 12 tot 18 jaar?
Slide 5 - Mind map
Jongvolwassenheid (18-40 jaar): In deze fase richten mensen zich vaak op hun carrière, relaties en het stichten van een gezin. Ze ontwikkelen een stabielere identiteit en levensstijl.
Middelbare leeftijd (40-65 jaar): Mensen evalueren vaak hun leven en maken soms grote veranderingen. Ze kunnen te maken krijgen met de zorg voor oudere ouders en het voorbereiden op hun eigen pensioen.
Ouderdom (65+ jaar):Dit is een periode van reflectie en aanpassing aan een nieuwe levensstijl na pensionering. Mensen kunnen te maken krijgen met gezondheidsproblemen, maar ook genieten van meer vrije tijd en familie.