Behoeften per levensfase

Behoeften per levensfase
1 / 13
next
Slide 1: Slide
CODWMBOStudiejaar 2

This lesson contains 13 slides, with text slides.

Items in this lesson

Behoeften per levensfase

Slide 1 - Slide

Programma
  • De levensfasen  
  • Stadia van persoonlijke ontwikkeling 
  • Behoeften per levensfase

Slide 2 - Slide

Lesdoelen
De student kan aan het einde van de les:
  • Kenmerken onderscheiden van verschillende levensfasen
  • Benoemen welke crisismomenten centraal staan tijdens de verschillende levensfasen

Slide 3 - Slide

De levensfasen
  • Babyfase
  • Peuterfase
  • Kleuterfase
  • Basisschoolkind
  • Adolescentie
  • Jongvolwassene 
  • Middelbaar volwassene 
  • Oudere

Slide 4 - Slide

Baby en peuter
Baby/Peuter (0-2 jaar):
  • Fysieke afhankelijkheid van ouders of verzorgers.
  • Snelle groei en ontwikkeling van fysieke en cognitieve vaardigheden.
  • Communicatie via geluiden en lichaamstaal.

Vertrouwen vs. wantrouwen

Slide 5 - Slide

Kleuter
Kleuter (3-5 jaar):
  • Toenemende onafhankelijkheid van ouders of verzorgers.
  • Ontwikkeling van fijne motoriek, taal- en sociale vaardigheden.
  • Fantasie en verbeeldingskracht zijn belangrijk.

Autonomie vs. schaamte 

Slide 6 - Slide

Basisschoolkind
Basisschoolleeftijd (6-11 jaar):
  • Toename van cognitieve vaardigheden en kennis.
  • Grotere sociale kringen en vriendschappen.
  • Behoefte aan structuur en routine.


Vlijt vs. minderwaardigheid

Slide 7 - Slide

Adolescentie
Adolescentie (12-18 jaar):
  • Ontwikkeling van eigen identiteit en zelfstandigheid.
  • Hormonale en fysieke veranderingen.
  • Toename van sociale druk en invloed van leeftijdsgenoten.

Identiteit vs. rolverwarring 

Slide 8 - Slide

Jongvolwassenheid
Jongvolwassenheid (18-25 jaar):
  • Volwassenheid en onafhankelijkheid bereiken.
  • Zoeken naar stabiliteit in carrière en relaties.
  • Verkenning en experimentatie met verschillende levensstijlen en waarden.

Intimiteit vs. isolement 

Slide 9 - Slide

Volwassenheid
Volwassenheid (26-65 jaar):
  • Belang van werk en carrière, en stabiliteit in relaties en gezin.
  • Midden in het leven staan, met verantwoordelijkheden en uitdagingen.
  • Nadruk op het opbouwen van een solide financiële basis.
Generativiteit vs. stagnatie

Slide 10 - Slide

Oudere volwassenheid
Oudere volwassenheid (65+ jaar):
  • Pensionering en overgang naar een nieuwe levensfase.
  • Toenemende lichamelijke beperkingen en gezondheidsproblemen.
  • Nadruk op familie, vrienden en het behouden van een actieve levensstijl.
Ego integriteit vs. wanhoop

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide