Gesprekken 1.2 Feedback geven (2)

1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 20 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Herhalen 1.1 Gesprekken
Lichaamstaal en stemgebruik:
  • Intonatie: stemgebruik
  • Houding: hoe zit of staat iemand, hoe komt iemand over.
  • Gebaren: gebruik handen
  • Gezichtsuitdrukking: Zien aan het gezicht hoe iemand zich voelt.

Slide 2 - Slide

Wat is een voorbeeld van non-verbale communicatie?
A
Tekens & Symbolen
B
Praten met handen en voeten
C
Lichaamshouding
D
Van je gezicht aflezen

Slide 3 - Quiz

Hoeveel % van je communicatie is non verbaal?
A
20%
B
50%
C
70%
D
100%

Slide 4 - Quiz

Wat is GEEN non-verbale communicatie?
A
Intonatie
B
Oogcontact
C
Hallo
D
Uiterlijk

Slide 5 - Quiz

Non verbaal 
Verbaal
Stem verheffen
Juichen!
Hard fluiten
Boos kijken
High five geven
Onderuit gezakt zitten

Slide 6 - Drag question

Wat weet je nog van de vorige les?

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Hoe zou jij feedback geven?

Je bent samen met een vriend een kamer aan het schilderen. Je vindt het niet netjes. Wat zou jij zeggen?
A
Luister vriend, ik ben niet tevreden over je werk.
B
Sorry hoor, maar ik vind dat je het niet goed doet.
C
Je manier van werken bevalt me niet.

Slide 10 - Quiz

Hoe zou jij feedback geven?

Je hebt je auto laten repareren, maar hij doet het nog steeds niet goed. Je gaat terug naar de garage. Wat zou je zeggen?
A
Ik weet dat het echt moeilijk is om een auto te repareren..
B
Verdomme, wat een waardeloze automonteur ben jij zeg!
C
Het spijt me te moeten zeggen, maar mijn auto doet het nog steeds niet.

Slide 11 - Quiz

Hoe zou jij feedback geven?

Je vindt dat je werkplaats-chef op een vervelende manier tegen je praat. Wat zou je zeggen?
A
Uw manier van praten bevalt me niet.
B
Ik zou het prettige vinden als u op een ander manier met mij praat.
C
Sommige mensen hebben zo'n rotmanier van praten, vindt u ook niet?

Slide 12 - Quiz

Rollenspel 1: Werk twee aan twee
Je loopt al twee maanden stage. Je hebt het gevoel dat werkplaats-chef je klussen geeft, die je nu wel kunt uitvoeren. Je wilt nieuwe dingen leren. Hoe pak je dit aan?

Denk aan: 
  • Hoe spreek je de werkplaats-chef aan?
  • Hoe weet je of hij tijd voor je heeft?
  • Hoe geef je aan wat je wilt?

Wissel daarna van rol.
We bespreken met elkaar jullie ervaringen.

timer
5:00

Slide 13 - Slide

Rollenspel 2: Werk twee aan twee
Je loopt al twee maanden stage. Je moet steeds vieze klussen van je collega uitvoeren. Je snapt dat dat moet gebeuren, maar je collega kan dat toch ook soms doen? Je hebt laten merken door een beetje boos te reageren toen hij je weer zo'n klus gaf.

Denk aan: 
  • Hoe spreek je de collega aan?
  • Hoe weet je of hij tijd voor je heeft?
  • Hoe geef je aan waar je last van hebt?

Wissel daarna van rol.
We bespreken met elkaar jullie ervaringen.

timer
5:00

Slide 14 - Slide

Aan de slag!
Nu Nederlands 1F/2F

Gesprekken
1.2 Feedback

Slide 15 - Slide