leesvaardigheid/schrijfvaardigheid havo 4
1 / 15
Lesson duration is: 15 minItems in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Noem de drie tekstsoorten.
timer
0:45
Slide 4 - Open question
Beschrijf het begrip 'hoofdgedachte' en noem de voorkeursplaatsen in de tekst.
timer
1:00
Slide 5 - Open question
Wat is het tekstdoel van een tekst die verschillende kanten van een onderwerp belicht en je aan het denken zet.
timer
0:10
A
informeren
B
uiteenzetten
C
beschouwen
D
overtuigen
Slide 6 - Quiz
Omschrijf de stijl van een uiteenzetting in enkele woorden.
timer
0:45
Slide 7 - Open question
Een tekst bouw je op volgens een vast patroon. Er zijn vaste tekststructuren. Welke zaken beschrijf je in de kern van een tekst met een tekststructuur 'verklaringsstructuur'.
timer
0:45
Slide 8 - Open question
Welke tekststructuren passen bij een uiteenzetting?
Slide 9 - Mind map
Welke begrip (functie van tekstgedeelten) past bij de volgende omschrijving:
geef een goede raad of advies
geef een goede raad of advies
timer
0:10
A
aanbeveling
B
aanname
C
oproep
D
onderbouwing
Slide 10 - Quiz
Welke begrip (functie van tekstgedeelten) past bij de volgende omschrijving:
geeft een verfijning in de uitleg of zwakt een standpunt af.
geeft een verfijning in de uitleg of zwakt een standpunt af.
timer
0:10
A
afweging
B
argument
C
nuancering
D
tegenwerping
Slide 11 - Quiz
Welk tekstverband herken je aan de signaalwoorden 'echter, hoewel, niettemin, desondanks'?
A
opsommend verband
B
temporeel verband
C
tegenstellend verband
D
oorzakelijk verband
Slide 12 - Quiz
Welk tekstverband herken je aan de signaalwoorden 'denk hierbij aan, bijvoorbeeld, zo'?
A
toelichtend/uitleggend verband
B
redengevend verband
C
vergelijkend verband
D
samenvattend verband
