2VWO Future explanation

2VWO FUTURE
1 / 21
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

2VWO FUTURE

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

1. Present Simple
Je gebruikt de Present Simple als iets in de toekomst volgens een schema gaat gebeuren. Dit zijn dingen die heel zeker zijn.
Bijvoorbeeld roosters en treintijden.

The train arrives at 9 o'clock tomorrow morning.

Slide 4 - Slide

2. Present Continuous
Je gebruikt de Present Continuous als dingen 
afgesproken / geregeld zijn en vrijwel zeker gaan gebeuren.

My mom and I are visiting Amsterdam this Saturday.

Slide 5 - Slide

Het verschil tussen de Present Continuous en 
to be going to + hele ww is echter minimaal!

Je kunt deze best wel eens door elkaar heen gebruiken!

Slide 6 - Slide

3. To be going to + hele ww
Je gebruikt to be going to + hele ww als dingen vooraf al gepland zijn en als je een voorspelling doet met bewijs.

Look at those dark clouds! It is going to rain.
I am not going to the school dance tomorrow, because I didn't buy a ticket.

Slide 7 - Slide

4. Will / shall + hele ww
Je gebruikt will  + hele ww als dingen 
spontaan gebeuren en als je een voorspelling doet zonder bewijs (bijvoorbeeld een mening).

I think we will stay inside a few more weeks longer.
Will It rain tomorrow? If not, we are going to the beach!

Slide 8 - Slide

will + not = WON'T

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Now try for yourself!
Do: ex. 5, 6 & 7 on p. 190+191 

Slide 11 - Slide

will
to be going to
present continuous
pres. simp.
prediction, no proof
prediction, with proof
arrangements
timetables
promises
plans for the future

Slide 12 - Drag question

VRAAGZIN: Zet de woorden in de goede volgorde. 
in the ocean
swim
going to
Simon
is
they
are
going to
buy
new trainers

Slide 13 - Drag question

They won't keep the books.
A
Present Simple
B
Past Simple
C
Present Perfect
D
Simple future/will future

Slide 14 - Quiz

Voor dingen waarvoor je een afspraak hebt staan..
A
future : will
B
future: to be going to
C
present continuous
D
present simple

Slide 15 - Quiz

Voor dingen die je van plan bent gebruik je de …..
A
Future met will
B
Present continuous
C
Future met going to
D
Present simple

Slide 16 - Quiz

Let's go to the cinema tonight.
The movie ___ at 8.
A
will start
B
starts
C
is going to start
D
is starting

Slide 17 - Quiz

In the summer break my sister ... her room. It needs some new paint.
A
will re-decorate
B
am going to re-decorate
C
is going to re-decorate
D
won't re-decorate

Slide 18 - Quiz

Future: wanneer gebruik je going to?

Slide 19 - Open question

Maak nu zelf een zin met de Future

Slide 20 - Open question

How did you appreciate this class?

Slide 21 - Mind map