3.1 Ordenen: Organismen ordenen

Thema 3 Ordening
3.1 Organismen ordenen
1 / 27
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1

This lesson contains 27 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Thema 3 Ordening
3.1 Organismen ordenen

Slide 1 - Slide

wat gaan we vandaag doen?
inleiding thema 3 Ordening
leerdoelen vandaag
nieuwe theorie: 3.1 Organismen ordenen
zelf aan de slag
herhalen leerdoelen

Slide 2 - Slide

leerdoelen vandaag (3.1)
Aan het einde van de les:
- kan je de kenmerken noemen van dieren, planten, bacteriën en schimmels
- kan je uitleggen wanneer organismen tot dezelfde soort behoren

Slide 3 - Slide

Inleiding
Biologen delen organismen in groepen in.
Dat doen ze om overzicht te krijgen.
Ze kijken naar de kenmerken van organismen.


Kijk maar eens goed naar de afbeelding op de volgende bladzijde.

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

3.1 Organismen ordenen
De dieren op de vorige afbeelding kan je in groepen delen. Dat kan op verschillende manieren.

Je kan kijken naar de kleur. Alle groene dieren komen dan bij elkaar in 1 groep.
Je kunt ook kijken hoeveel poten het dier heeft, of wat voor huid.

Slide 6 - Slide

3.1 Organismen ordenen
De kleur is een kenmerk van het dier. Ook het aantal poten en de huidsoort zijn kenmerken.

Als je organismen ordent, verdeel je ze in groepen.
In elke groep komen organismen met hetzelfde kenmerk.

Slide 7 - Slide

3.1 Organismen ordenen
Biologen ordenen organismen in groepen. Deze groepen noemen ze rijken.


Je moet 4 rijken kennen:
- bacteriën
- schimmels
- planten
- dieren

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

3.1 Organismen ordenen
Bij het indelen letten biologen op de kenmerken van cellen. Die kenmerken zijn voor elke groep verschillend.

De kenmerken van de cellen waarnaar gekeken worden, zijn:
- celkern
- celwand
- bladgroenkorrels

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

3.1 Organismen ordenen
- Dieren hebben geen celwand.
- Planten hebben bladgroenkorrels.
- Schimmels hebben geen bladgroenkorrels, maar wel een celwand en een celkern.
- Bacteriën hebben geen celkern.

Slide 12 - Slide

geen celwand
geen bladgroenkorrels
geen celkern

Slide 13 - Slide

3.1 Organismen ordenen

bacteriën:
- geen celkern
- wel een celwand

Slide 14 - Slide

3.1 organismen ordenen
schimmels:
- wel een celkern
- wel een celwand
- geen bladgroenkorrels

Slide 15 - Slide

3.1 organismen ordenen

planten:
- wel een celkern
- wel een celwand
- wel bladgroenkorrels

Slide 16 - Slide

3.1 Organismen ordenen

dieren:
- wel een celkern
- geen celwand
- geen bladgroenkorrels

Slide 17 - Slide

3.1 Organismen ordenen
De groep dieren kun je verder indelen in kleinere groepen. Bijvoorbeeld insecten, vissen, vogels, enzovoort.

De kleinste groep heet een soort.
Een voorbeeld van een soort zijn honden.

Slide 18 - Slide

In de afbeelding links zie je 2 honden: een labrador en een poedel. Deze honden kunnen zich met elkaar voortplanten.

Ze krijgen dan jonge hondjes.
Als die groot zijn, kunnen ze zich ook weer voortplanten.

Slide 19 - Slide

In de afbeelding links zie je 2 dieren die zich niet samen kunnen voortplanten.

Slide 20 - Slide

3.1 Organismen ordenen
Organismen horen tot dezelfde soort:
- als ze zich samen kunnen voortplanten
- en de nakomelingen vruchtbaar zijn

Daarom horen een labrador en een poedel tot dezelfde soort.

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Video

Slide 24 - Slide

VRAGEN??

Slide 25 - Slide

zelf aan de slag
3.1 Organismen ordenen: lees de tekst en maak de opdrachten:

opdracht 2 t/m 6
(vanaf blz. 153)

Slide 26 - Slide

herhalen leerdoelen
Aan het einde van de les:
- kan je de kenmerken noemen van dieren, planten, bacteriën en schimmels
- kan je uitleggen wanneer organismen tot dezelfde soort behoren

Slide 27 - Slide